Met de console NAP-clientconfiguratie geeft u de HRA-servers (Health Registration Authority, statusregistratieautoriteit) op waarbij clientcomputers statuscertificaten kunnen verkrijgen. Hiertoe maakt u een vertrouwde servergroep. Dit is een geordende lijst met een of meer HRA-servers. Als u meerdere HRA-servers opneemt in de vertrouwde servergroep, wordt vanaf de clientcomputer geprobeerd in de opgegeven volgorde contact te maken met elke HRA-server in de lijst, totdat een beschikbare server is gevonden.
Configureer alleen een vertrouwde servergroep als u het statusbeleid handhaaft met de Ipsec-uitvoeringsclient (Internet Protocol security). Het statusbeleid wordt door de Ipsec-uitvoeringsclient gehandhaafd met statuscertificaten en HRA-servers. Als u de IPsec-uitvoeringsclient niet gebruikt, hoeft u geen vertrouwde servergroepen te configureren.
Een vertrouwde servergroep maken
Een vertrouwde servergroep verwijderen
Een HRA-server toevoegen aan een vertrouwde servergroep
Een HRA-server verwijderen uit een vertrouwde servergroep
De naam van een vertrouwde servergroep wijzigen
De volgorde van de HRA-servers in een vertrouwde servergroep wijzigen
De URL van een HRA-server in een vertrouwde servergroep wijzigen