Met Windows Server® 2008 R2 wordt de taak van het beheren en beveiligen van meerdere serverfuncties in een onderneming gemakkelijker dankzij de Serverbeheer-console. Serverbeheer in Windows Server 2008 R2 biedt één bron voor het beheren van de identiteit en de systeeminformatie van een server, het weergeven van de serverstatus, het vaststellen van problemen met de configuratie van serverfuncties en het beheer van alle functies die op de server zijn geïnstalleerd.

Serverbeheer zorgt voor een gestroomlijnd beheer van servers

Serverbeheer maakt het beheer van servers doelmatiger doordat beheerders het volgende kunnen uitvoeren met behulp van één hulpprogramma:

  • De rollen en onderdelen die op de server geïnstalleerd zijn weergeven en hierin wijzigingen aanbrengen.

  • Beheertaken uitvoeren in verband met het gebruik van de server, zoals het starten of stoppen van services en het beheer van lokale gebruikersaccounts.

  • Beheertaken uitvoeren in verband met het gebruik van functies die op de server zijn geïnstalleerd. Dit omvat het scannen van functies op de naleving van aanbevolen procedures.

  • De serverstatus bepalen, kritieke gebeurtenissen vaststellen en problemen of fouten in de configuratie analyseren en oplossen.

De wizard Rollen toevoegen

De wizard Functies toevoegen vereenvoudigt het installeren van functies op de server. U kunt hiermee bovendien meerdere functies tegelijkertijd installeren. Bij eerdere versies van het Windows-besturingssysteem moesten beheerders het onderdeel Windows-onderdelen toevoegen of verwijderen meerdere malen uitvoeren voor het installeren van alle functies, functieservices en onderdelen die voor een server vereist waren. Serverbeheer vervangt Windows-onderdelen toevoegen of verwijderen en met één sessie van de wizard Functies toevoegen kunt u de configuratie van de server voltooien.

Via de wizard Functies toevoegen wordt gecontroleerd of alle vereiste software-onderdelen voor een functie die u selecteert in de wizard, daadwerkelijk worden geïnstalleerd. Indien nodig wordt u om toestemming gevraagd voor de installatie van andere functies, functieservices of software-onderdelen die zijn vereist voor de functies die u selecteert.

Voor de meeste rollen en rolservices die u kunt installeren, moet u tijdens de installatie beslissingen nemen op basis waarvan wordt bepaald hoe de rol wordt gebruikt binnen uw onderneming. Voorbeelden zijn Active Directory® Federation Services (ADFS), waarvoor een certificaat moet worden geïnstalleerd, of Domain Name System (DNS), waarvoor u een FQDN (Fully Qualified Domain Name) moet opgeven.

Voordat u een functie op de server installeert, wordt u aangeraden de documentatie te lezen die van toepassing is op de planning, distributie en werking van de functie. U vindt deze documentatie in het Windows Server 2008 R2 TechCenter (https://go.microsoft.com/fwlink/?LinkID=122006).

Functies en onderdelen toevoegen aan de server

In Windows Server 2008 R2 kunt u functies of onderdelen aan de server toevoegen met een van de volgende drie procedures.

Functies of onderdelen toevoegen met de Windows-interface
  • Klik in het gebied Functieoverzicht of Onderdelenoverzicht van het hoofdvenster van Serverbeheer op Functies toevoegen of Onderdelen toevoegen, afhankelijk van de software die u wilt installeren.

    -- of --

    Klik in het gebied Deze server aanpassen van het venster Eerste configuratietaken op Functies toevoegen of Onderdelen toevoegen.

    Opmerkingen
    • Het venster Eerste configuratietaken wordt standaard geopend als een lid van de groep Administrators zich aanmeldt op de computer.
    • Serverbeheer wordt geopend als het venster Eerste configuratietaken wordt gesloten. U kunt Serverbeheer ook openen met behulp van de sneltoetsen in het menu Start, op de taakbalk van Windows of in Systeembeheer.
Functies of onderdelen toevoegen met Windows PowerShell
  1. Open een Windows PowerShell-sessie met verhoogde gebruikersbevoegdheden. U doet dit als volgt: klik achtereenvolgens op Start, Alle programma's, Bureau-accessoires en Windows PowerShell, klik met de rechtermuisknop op de snelkoppeling Windows PowerShell en klik vervolgens op Uitvoeren als administrator.

  2. Laad de module Serverbeheer in de Windows PowerShell-sessie voordat u met de Serverbeheer-cmdlets gaat werken. Typ het volgende en druk op Enter.

    Import-Module Servermanager

    Opmerking

    Bij Windows PowerShell-cmdlets wordt geen onderscheid gemaakt tussen hoofdletters en kleine letters.

  3. Als u niet de opdrachtnaam weet van de functie, functieservice of onderdelen die u wilt installeren, typt u het volgende en drukt u vervolgens op Enter om een lijst weer te geven van alle opdrachtnamen in de kolom Naam. De opdrachtnaam is vereist voor de volgende stap.

    Get-WindowsFeature

  4. Typ het volgende, waarbij name de opdrachtnaam is van de functie, functieservice of onderdelen die werd verkregen in de vorige stap, en druk vervolgens op Enter om een functie of onderdeel te installeren. Met de parameter -restart wordt de computer automatisch opnieuw opgestart nadat de installatie voltooid is, als het opnieuw opstarten van de computer vereist wordt door de functie of het onderdeel.

    Add-WindowsFeature name -restart

    U kunt meerdere functies, functieservices en functies installeren door komma's te gebruiken om de opdrachtnamen van elkaar te scheiden, zoals in het volgende voorbeeld te zien is.

    Add-WindowsFeature Application-Server,Hyper-V,WAS

Opmerking

Voor gedetailleerde informatie over andere parameters die u kunt gebruiken bij de cmdlet Add-WindowsFeature, voert u Get-Help Add-WindowsFeature -full in of raadpleegt u Overzicht van Serverbeheer-opdrachten.

Functies of onderdelen toevoegen met een opdrachtregel
  1. Open een opdrachtpromptvenster met verhoogde gebruikersbevoegdheden. U opent een venster met verhoogde opdrachtpromptmogelijkheden als volgt: klik op Start, Alle programma's, Bureau-accessoires, klik met de rechtermuisknop op Opdrachtprompt en klik op Als administrator uitvoeren.

  2. Als u niet de opdrachtnaam weet van de functie, functieservice of onderdelen die u wilt installeren, typt u het volgende en drukt u op Enter om een lijst weer te geven van alle functies, functieservices en functies die voor installatie beschikbaar zijn op de computer, samen met hun opdrachtnaam.

    ServerManagerCmd.exe -query

    Opmerking

    Bij opdrachten voor de Windows-opdrachtprompt wordt geen onderscheid gemaakt tussen hoofdletters en kleine letters.

  3. Typ het volgende, waarbij name de opdrachtnaam is van de functie, functieservice of onderdelen die u wilt installeren, en druk vervolgens op Enter.

    ServerManagerCmd.exe -install name -restart

    U kunt meerdere functies, functieservices en functies installeren door spaties te gebruiken om de opdrachtnamen van elkaar te scheiden, zoals in het volgende voorbeeld te zien is.

    ServerManagerCmd.exe -install Application-Server Hyper-V WAS -restart

  4. Wanneer de installatie voltooid is, controleert u of de functies, functieservices en functies zijn geïnstalleerd door het volgende te typen en vervolgens op Enter te drukken. Geïnstalleerde functies, functieservices en functies zijn in de queryresultaten gemarkeerd.

    ServerManagerCmd.exe -query

Functies en onderdelen die beschikbaar zijn voor installatie

De volgende functies en onderdelen zijn beschikbaar voor installatie op computers met Windows Server 2008 R2.

Opmerking

De functies die in dit onderwerp worden beschreven, zijn misschien bijgewerkt sinds deze inhoud werd gepubliceerd. Raadpleeg het Windows Server 2008 R2 TechCenter (https://go.microsoft.com/fwlink/?LinkId=122006) voor mogelijke nieuwe updates of voor informatie over het beheer van de functies en onderdelen die in dit onderwerp worden beschreven. Sommige functies en onderdelen zijn mogelijk niet beschikbaar in speciale Windows Server 2008 R2-edities.

Functies

RolnaamBeschrijving

Active Directory Certificate Services

Active Directory Certificate Services (AD CS) biedt aanpasbare services voor het verlenen en beheren van certificaten in softwarebeveiligingssystemen waarin technologieën worden gebruikt die op openbare sleutels gebaseerd zijn. U kunt met AD CS een of meer certificeringsinstanties (CA's) maken om certificaataanvragen te ontvangen, de gegevens in de aanvragen en de identiteit van de aanvrager te verifiëren, certificaten te verlenen en in te trekken, en certificaatintrekkingsgegevens te publiceren.

Toepassingen die worden ondersteund door Active Directory Certificate Services zijn onder andere S/MIME (Secure/Multipurpose Internet Mail Extensions), beveiligde draadloze netwerken, VPN-netwerken (Virtual Private Network), IPsec (Internet Protocol security), EFS (Encrypting File System), aanmelding via smartcards, SSL/TLS (Secure Socket Layer/Transport Layer Security) en digitale handtekeningen.

Active Directory Domain Services

Active Directory Domain Services (AD DS) slaat informatie over gebruikers, computers en andere apparaten op het netwerk op. AD DS helpt beheerders deze gegevens veilig te beheren en vergemakkelijkt het delen van bronnen en samenwerking tussen gebruikers. AD DS moet ook op het netwerk worden geïnstalleerd als u toepassingen die gebruikmaken van Active Directory, zoals Microsoft Exchange Server, wilt installeren en voor het toepassen van andere Windows Server-technologieën zoals Groepsbeleid.

Active Directory Federation Services

Active Directory Federation Services (AD FS) biedt technologieën voor eenmalige aanmelding (SSO) zodat een gebruiker met behulp van één gebruikersaccount voor meerdere webtoepassingen kan worden geverifieerd. AD FS maakt dit mogelijk via het veilig delen van gebruikersidentiteiten en machtigingen, in de vorm van digitale claims, tussen partnerorganisaties.

Active Directory Lightweight Directory Services

Organisaties die toepassingen gebruiken die toepassingsgegevens opslaan in een adreslijst, kunnen Active Directory Lightweight Directory Services (AD LDS) gebruiken als gegevensopslag. AD LDS wordt uitgevoerd als een niet-besturingssysteemservice. AD LDS hoeft dus niet op een domeincontroller worden geïmplementeerd. Omdat de service buiten het besturingssysteem om wordt uitgevoerd, kunnen meerdere instanties van AD LDS tegelijkertijd op één server worden uitgevoerd en kan elke instantie afzonderlijk worden geconfigureerd als service voor meerdere toepassingen.

Active Directory Rights Management Services (AD RMS)

Active Directory Rights Management Services is een technologie voor het beveiligen van informatie die werkt in combinatie met toepassingen voor AD RMS, ter beveiliging van digitale gegevens tegen ongeoorloofd gebruik. Eigenaars van de inhoud kunnen nauwkeurig definiëren hoe een ontvanger de informatie kan gebruiken, zoals wie gegevens kan openen, wijzigen, afdrukken, doorsturen of hierop andere bewerkingen kan uitvoeren. Organisaties kunnen ook aangepaste sjablonen met gebruiksrechten maken, zoals 'Vertrouwelijk - alleen lezen', die rechtstreeks kunnen worden toegepast op gegevens zoals financiële rapporten, productspecificaties, klantgegevens en e-mailberichten.

Toepassingsserver

Toepassingsserver biedt een volledige oplossing voor hosting en beheer van gedistribueerde zakelijke toepassingen die hoge prestaties leveren. Geïntegreerde services, zoals het .NET Framework, ondersteuning voor webservers, berichtenwachtrijen, COM+, Windows Communication Foundation en ondersteuning voor Failover Clustering, verbeteren de productiviteit tijdens de gehele levensduur van de toepassing, van het ontwerp en de ontwikkeling tot de distributie en het gebruik.

Dynamic Host Configuration Protocol-server

Via het Dynamic Host Configuration Protocol (DHCP) kunnen servers IP-adressen toewijzen aan computers en andere apparaten die als DHCP-client fungeren. Als u DHCP-servers op het netwerk distribueert, biedt u computers en andere netwerkapparaten op basis van TCP/IP automatisch geldige IP-adressen en de aanvullende configuratieparameters, DHCP-opties genoemd, die voor deze apparaten zijn vereist en waarmee een verbinding kan worden gemaakt met andere netwerkbronnen, zoals DNS-servers, WINS-servers en routers.

DNS-server

DNS (Domain Name System) biedt een standaardmethode voor het koppelen van namen aan numerieke internetadressen. Hiermee kunnen gebruikers verwijzen naar netwerkcomputers met behulp van gemakkelijk te onthouden namen in plaats van met een lange reeks getallen. Windows DNS-services kunnen worden geïntegreerd met DHCP-services, waardoor het niet meer nodig is DNS-records toe te voegen wanneer computers aan het netwerk worden toegevoegd.

Fax Server

Fax Server kan worden gebruikt voor het verzenden en ontvangen van faxen. U kunt er tevens faxbronnen mee beheren, zoals taken, instellingen, rapporten en faxapparaten op deze computer of in het netwerk.

Bestandsservices

Bestandsservices biedt technologieën voor het beheer van opslagruimten, bestandsreplicatie, het beheer van gedistribueerde naamruimten, snelle zoekacties voor bestanden en gestroomlijnde toegang van clients tot bestanden, zoals op UNIX gebaseerde clientcomputers.

Hyper-V™

Hyper-V levert de services die u kunt gebruiken om virtuele computeromgevingen en de bijbehorende bronnen te maken en te beheren. Virtuele computers werken in een geïsoleerde besturingsomgeving. Hierdoor kunt u tegelijk meerdere besturingssystemen uitvoeren. Met behulp van een gevirtualiseerde computeromgeving kunt u de efficiëntie van uw computerbronnen verbeteren door uw hardwarebronnen beter te benutten.

Netwerkbeleid en toegangsservices

Netwerkbeleid en toegangsservices biedt een groot aantal methoden waarmee gebruikers lokale en externe netwerkverbindingen kunnen maken, voor het onderling verbinden van netwerksegmenten en waarmee netwerkbeheerders netwerktoegang en statusbeleid voor clients centraal kunnen beheren. Via Netwerktoegangsservices kunt u VPN-servers, inbelservers, routers en via 802.11 beveiligde draadloze toegang implementeren. U kunt ook RADIUS-servers en -proxy's implementeren en Administration Kit voor Verbindingsbeheer gebruiken om profielen voor externe toegang te maken waarmee clientcomputers een verbinding kunnen maken met het netwerk.

Afdruk- en documentservices

Met Afdruk- en documentservices kunt u afdrukserver- en netwerkprinterbeheertaken centraliseren. Bij deze functie kunt u ook gescande documenten van netwerkscanners ontvangen en de documenten doorsturen naar een gedeelde netwerkbron, een Windows SharePoint Services-site of naar e-mailadressen.

Extern bureaublad-services

Extern bureaublad-services biedt technologieën waarmee gebruikers toegang kunnen krijgen tot Windows-programma's op een extern-bureaubladserver of tot het bureaublad van Windows zelf, vanaf vrijwel elk computerapparaat. Gebruikers kunnen verbinding maken met een extern-bureaubladserver voor het uitvoeren van programma's en het gebruiken van netwerkbronnen op de betreffende server.

Webserver (IIS)

Met de Webserver (IIS)-functie in Windows Server 2008 R2 kunt u gegevens delen met gebruikers op internet of op een intranet of extranet. Windows Server 2008 R2 levert IIS 7.5, een geïntegreerd webplatform bestaande uit IIS, ASP.NET en Windows Communication Foundation.

Windows Deployment Services

U kunt Windows Deployment Services gebruiken voor het extern installeren en configureren van Windows-besturingssystemen op computers met PXE-opstart-ROM's (Pre-boot Execution Environment). U kunt beheertaken verminderen door de implementatie van de MMC-module (Microsoft Management Console) WdsMgmt, waarmee alle aspecten van Windows Deployment Services kunnen worden beheerd. Windows Deployment Services biedt gebruikers tevens een met Windows Setup vergelijkbare ervaring.

Windows Server Update Services

Met Windows Server Update Services kunnen netwerkbeheerders de Microsoft-updates opgeven die moeten worden geïnstalleerd, aparte groepen met computers maken voor verschillende sets met updates en rapporten verkrijgen over de conformiteitsniveaus van de computers en over de updates die moeten worden geïnstalleerd.

Onderdelen

OnderdeelBeschrijving

.NET Framework 3.5.1

Het .NET Framework 3.5.1 bouwt in stappen op de onderdelen die zijn toegevoegd in het .NET Framework 3.0, zoals verbeteringen aan Windows Workflow Foundation (WF), Windows Communication Foundation (WCF), Windows Presentation Foundation (WPF) en Windows CardSpace.

Background Intelligent Transfer Service

Background Intelligent Transfer Service (BITS) zorgt voor asynchrone overdracht van bestanden op de voorgrond of achtergrond, voert de overdracht uit met bandbreedtebeperking om het reactievermogen van andere netwerktoepassingen te handhaven en zet bestandsoverdrachten automatisch voort na storingen bij netwerkverbindingen of nadat de computer opnieuw is opgestart.

BitLocker-stationsversleuteling

BitLocker-stationsversleuteling helpt bij het beveiligen van gegevens op computers die u bent kwijtgeraakt, die zijn gestolen of onjuist buiten gebruik zijn gesteld, doordat het volume wordt versleuteld en de integriteit wordt gecontroleerd van de eerste opstartonderdelen. De gegevens worden alleen ontsleuteld als deze onderdelen kunnen worden geverifieerd en het versleutelde station zich in de oorspronkelijke computer bevindt. Voor de integriteitscontrole is een compatibele TPM (Trusted Platform Module) vereist.

BranchCache

BranchCache is beschikbaar bij zowel Windows Server 2008 R2 als Windows 7 en biedt clientcomputers op een vestiging de mogelijkheid inhoud veilig en lokaal op te halen in plaats van dat inhoud wordt opgehaald van een server van het hoofdkantoor. Omdat vestigingen vaak via langzamere WAN-koppelingen zijn verbonden, reduceert BranchCache het WAN-verkeer en wordt het reactievermogen van de toepassing op de clientcomputer versneld.

Administration Kit voor Verbindingsbeheer

Met Administration Kit voor Verbindingsbeheer worden verbindingsbeheerprofielen gemaakt.

Bureaubladbelevenis

Bureaubladbelevenis omvat onderdelen van Windows® 7, zoals Windows Media Player, bureaubladthema's en fotobeheer. Met Bureaubladbelevenis wordt geen van de Windows 7-onderdelen standaard ingeschakeld. U moet deze handmatig inschakelen.

Console voor beheer van directe toegang (DAMC)

Met de console voor het beheer van directe toegang kunt u directe toegang instellen en controleren.

Failover Clustering

Via Failover Clustering kunnen meerdere servers samenwerken met het oog op het bieden van hoge beschikbaarheid van services en toepassingen. Failover Clustering wordt vaak gebruikt voor bestands- en afdrukservices, databases en e-mailtoepassingen.

Groepsbeleidsbeheer

Dankzij Groepsbeleidsbeheer wordt het gemakkelijker om groepsbeleidsimplementaties te distribueren en te beheren of om hiervoor probleemoplossing uit te voeren. Het standaardhulpprogramma is de console Groepsbeleidsbeheer, die bestaat uit een op scripts gebaseerde MMC-module (Microsoft Management Console). Met de console Groepsbeleidsbeheer beschikt u over een hulpprogramma waarmee u groepsbeleid in de gehele onderneming kunt beheren.

Pen- en handschriftservices

Met de voor Windows Server 2008 R2 nieuwe pen- en handschriftservices wordt handschriftherkenning in meerdere talen ondersteund en kunt u een pen of stift gebruiken bij een computerinterface die gevoelig is voor druk, zoals een Tablet-computer.

Client voor afdrukken via internet

Met behulp van het onderdeel Client voor afdrukken via internet kunnen gebruikers een verbinding maken met en afdrukken op printers in het lokale netwerk of op internet met behulp van IPP (Internet Printing Protocol). U kunt de Client voor afdrukken via internet en IPP gebruiken om een verbinding te maken met de gedeelde printer via een webbrowser (als op de afdrukserver de functieservice Afdrukken via internet is geïnstalleerd) of via de wizard Netwerkprinter installeren.

iSNS (Internet Storage Name Server)

iSNS (Internet Storage Name Server) biedt herkenningsservices voor iSCSI-SAN's (Storage Area Networks). iSNS verwerkt registratieaanvragen of aanvragen om de registratie ongedaan te maken en query's van iSNS-clients.

LPR-poortmonitor

Met LPR-poortmonitor (Line Printer Remote) kunnen gebruikers die toegang hebben tot UNIX-computers afdrukken op apparaten die hieraan zijn gekoppeld.

Message Queuing

Message Queuing biedt gegarandeerde berichtbezorging, efficiënte routering, veiligheid en op prioriteit gebaseerde berichtuitwisseling tussen toepassingen. Message Queuing zorgt ook voor bezorging van berichten tussen toepassingen op verschillende besturingssystemen, die uiteenlopende netwerkinfrastructuren gebruiken, die tijdelijk offline zijn of die op verschillende tijdstippen worden uitgevoerd.

MPIO (Multipath I/O)

MPIO (Multipath I/O) biedt in combinatie met de DSM (Device Specific Module) van Microsoft of van een andere leverancier ondersteuning voor het gebruik van meerdere paden naar een opslagapparaat onder Windows.

Netwerktaakverdeling

Met Netwerktaakverdeling wordt verkeer over verschillende servers verdeeld met behulp van het TCP/IP-netwerkprotocol. Netwerktaakverdeling is vooral geschikt om ervoor te zorgen dat staatloze toepassingen, zoals webservers waarop IIS (Internet Information Services) wordt uitgevoerd, schaalbaar zijn door extra servers toe te voegen als de belasting toeneemt.

PNRP (Peer Name Resolution Protocol)

Met PNRP (Peer Name Resolution Protocol) kunnen toepassingen zich registreren bij en namen omzetten vanaf uw computer, zodat andere computers kunnen communiceren met deze toepassingen.

qWave (Quality Windows Audio Video Experience)

Quality Windows Audio Video Experience (qWave) is een netwerkplatform voor AV-streamingtoepassingen (Audio en Video) op IP-thuisnetwerken (Internet Protocol). qWave verbetert de prestaties en betrouwbaarheid van streaming door QoS (Quality of Service) op het netwerk te garanderen voor AV-toepassingen. Er worden mechanismen geboden voor toegangsbeheer, runtimecontrole en -uitvoering, toepassingsfeedback en prioritering van verkeer. Op Windows Server-platforms biedt qWave alleen services voor snelheid en prioriteit.

Hulp op afstand

Met Hulp of afstand kunt u (of een ondersteuningsmedewerker) hulp bieden aan gebruikers met computerproblemen of vragen. Met Hulp op afstand kunt u het bureaublad van de gebruiker weergeven en de besturing ervan delen, zodat het probleem kan worden geanalyseerd en opgelost. Gebruikers kunnen ook vrienden of collega's om hulp vragen.

Remote Differential Compression

De functie RDC (Remote Differential Compression) bestaat uit een verzameling API's met behulp waarvan toepassingen kunnen bepalen of een verzameling bestanden is gewijzigd en zo ja, welke gedeelten van de bestanden de wijzigingen bevatten.

Hulpprogramma's voor het beheren van externe servers

Hulpprogramma's voor het beheren van externe servers maakt extern beheer mogelijk van Windows Server 2008 en Windows Server 2008 R2 vanaf een computer met Windows Server 2008 R2, doordat u bepaalde beheerprogramma's en modules voor functies, functieservices en functies op een externe computer kunt openen en uitvoeren.

RPC via HTTP Proxy

RPC via HTTP Proxy is een proxy die wordt gebruikt door objecten die RPC's (Remote Procedure Calls) ontvangen via HTTP. Via deze proxy kunnen clients deze objecten detecteren, zelfs als deze worden verplaatst tussen servers of aanwezig zijn in afgeschermde gebieden op het netwerk, meestal om veiligheidsredenen.

Services voor NFS

Services voor NFS (Network File System) is een protocol dat fungeert als een DFS (Distributed File System), waarmee een computer toegang kan krijgen tot bestanden via een netwerk alsof deze zich op een lokale schijf bevinden. Dit onderdeel kan alleen worden geïnstalleerd in Windows Server 2008 R2 voor Itanium-systemen; in andere versies van Windows Server 2008 R2 is Services voor NFS beschikbaar als een functieservice van de functie Bestandsservices.

Eenvoudige TCP/IP-services

Eenvoudige TCP/IP-services ondersteunt de volgende TCP/IP-services: Character Generator, Daytime, Discard, Echo en Quote of the Day. Eenvoudige TCP/IP-services wordt geleverd met het oog op compatibiliteit met eerdere versies en moet alleen indien noodzakelijk worden geïnstalleerd.

SMTP-server

SMTP-server (Simple Mail Transfer Protocol) ondersteunt de overdracht van e-mailberichten tussen e-mailsystemen.

SNMP-services

SNMP (Simple Network Management Protocol) is het standaardprotocol dat op internet wordt gebruikt voor het uitwisselen van beheerinformatie tussen beheerconsoletoepassingen, zoals HP Openview, Novell NMS, IBM NetView of Sun Net Manager, en beheerde entiteiten. Beheerde entiteiten zijn onder andere hosts, routers, bridges en hubs.

Opslagbeheer voor SAN's

Met Opslagbeheer voor SAN's (Storage Area Networks) kunt u LUN's (Logical Unit Number) op Fibre Channel- en iSCSI-schijfstationsubsystemen in uw SAN maken en beheren die VDS (Virtual Disk-service) ondersteunen.

Subsysteem voor op UNIX gebaseerde toepassingen

Met Subsystem for UNIX-based Applications (SUA), in combinatie met een pakket aan ondersteuningsprogramma's dat u kunt downloaden vanaf de Microsoft-website (https://go.microsoft.com/fwlink/?LinkID=139521), kunt u UNIX-programma's uitvoeren en aangepaste UNIX-toepassingen compileren en uitvoeren in een Windows-omgeving.

Telnet-client

Telnet-client gebruikt het Telnet-protocol om een verbinding te maken met een externe Telnet-server en om toepassingen op de server uit te voeren.

Telnet-server

Met Telnet-server kunnen externe gebruikers, waaronder gebruikers met UNIX-besturingssystemen, beheertaken uitvoeren vanaf de opdrachtregel en programma's uitvoeren met behulp van een Telnet-client.

TFTP (Trivial File Transfer Protocol)

TFTP-client (Trivial File Transfer Protocol) wordt gebruikt om bestanden te lezen op of bestanden te schrijven naar een externe TFTP-server. TFTP wordt hoofdzakelijk gebruikt door ingesloten apparaten of systemen die firmware, configuratiegegevens of een systeemkopie ophalen tijdens het opstartproces vanaf een TFTP-server.

Windows Biometric Framework

Met Windows Biometric Framework (WBF) kunnen vingerafdrukapparaten worden gebruikt om identiteiten te identificeren en te controleren, en om aanmeldingen bij Windows uit te voeren. WBF bevat subonderdelen die nodig zijn voor het gebruik van vingerafdrukapparaten.

De interne database van Windows

De interne database van Windows is een relationele gegevensopslag die alleen kan worden gebruikt door Windows-functies en -onderdelen, zoals AD RMS, Windows Server Update Services en Windows System Resource Manager.

Windows Process Activation-service

Windows Process Activation-service (WAS) generaliseert het IIS-procesmodel, waarmee de afhankelijkheid van HTTP verdwijnt. Alle functies van IIS die voorheen alleen beschikbaar waren voor HTTP-toepassingen, zijn nu beschikbaar voor toepassingen die als host fungeren voor WCF-services (Windows Communication Foundation), met behulp van niet-HTTP-protocollen. IIS 7.5 maakt ook gebruik van WAS voor activering op basis van berichten via HTTP.

Onderdelen van Windows Server Back-up

Met Onderdelen van Windows Server Back-up kunt u een back-up maken van het besturingssysteem, de toepassingen en gegevens en deze terugzetten. U kunt back-ups eenmaal daags of vaker plannen en u kunt de volledige server of specifieke volumes beveiligen.

Hulpprogramma's voor migratie van Windows-servers

Een beheerder kan met Hulpprogramma's voor migratie van Windows-servers bepaalde serverfuncties, onderdelen, instellingen van het besturingssysteem, shares en andere gegevens migreren van computers met bepaalde edities van Windows Server 2003, Windows Server 2008 of Windows Server 2008 R2 naar computers met Windows Server 2008 R2. Raadpleeg de Windows Server-migratieportal (https://go.microsoft.com/fwlink/?LinkID=128554) voor meer informatie over Hulpprogramma's voor migratie van Windows-servers en de migratie van functies, onderdelen of andere gegevens naar Windows Server 2008 R2.

Windows System Resource Manager

Windows System Resource Manager (WSRM) is een beheerprogramma van het Windows Server-besturingssysteem waarmee u kunt beheren hoe de CPU en geheugenbronnen worden toegewezen. Als u toewijzing van bronnen beheert, worden de systeemprestaties verbeterd en verkleint u het risico dat toepassingen, services of processen elkaar storen, zodat de doelmatigheid van servers en systeemreacties achteruitgaan.

WinRM IIS-extensie

Een server kan met de WinRM IIS-extensie (Windows Remote Management) een beheeraanvraag van een clientcomputer ontvangen door het WS-Management-protocol te gebruiken. WinRM is de Microsoft-implementatie van het WS-Management-protocol. Dit helpt de communicatie tussen lokale en externe computers te beveiligen door webservices te gebruiken.

WINS-server (Windows Internet Name Service)

WINS-server (Windows Internet Name Service) biedt een gedistribueerde database voor het registeren en opvragen van dynamische toewijzingen van NetBIOS-namen voor computers en groepen die op het netwerk worden gebruikt. Met WINS worden NetBIOS-namen toegewezen aan IP-adressen en worden de problemen opgelost die voortkomen uit het omzetten van NetBIOS-namen in omgevingen met routers.

Windows Internal Database

De interne database van Windows is een relationele gegevensopslag die alleen kan worden gebruikt door Windows-functies en -onderdelen, zoals Active Directory Rights Management Services (AD RMS), Windows Server Update Services en Windows System Resource Manager.

Windows PowerShell ISE (Integrated Scripting Environment)

Windows PowerShell ISE is een grafische hosttoepassing voor Windows PowerShell. Met Windows PowerShell ISE kunt u opdrachten uitvoeren en scripts schrijven, bewerken, uitvoeren, testen en hierin fouten opsporen in een omgeving waarin de syntaxis in kleuren wordt weergegeven en waarin Unicode wordt ondersteund.

Windows TIFF IFilter (Tagged Image File Format Index Filter)

Windows Tagged Image File Format (TIFF) iFilter gebruikt software voor optische tekenherkenning (OCR) zodat gebruikers TIFF-documenten kunnen zoeken op basis van tekstuele inhoud in de afbeeldingen.

WLAN-service (Wireless LAN)

Met de Wireless LAN-service (WLAN) wordt de WLAN AutoConfig-service geconfigureerd en gestart, ongeacht of de computer draadloze adapters heeft. WLAN AutoConfig inventariseert draadloze adapters en beheert zowel draadloze verbindingen en draadloze profielen met de instellingen die zijn vereist voor het configureren van een draadloze client voor het maken van een verbinding met een draadloos netwerk.

XPS-viewer

Een XML Paper Specification (XPS)-document is een documentindeling waarmee u de inhoud van een document kunt bekijken, opslaan, delen, digitaal ondertekenen en beveiligen. U kunt de XPS-viewer gebruiken om machtigingen voor XPS-documenten te bekijken, te zoeken en in te stellen en om XPS-documenten digitaal te ondertekenen.

Zie ook