In dit onderwerp worden twee typen sneltoetsen beschreven: sneltoetsen voor de startpagina van Serverbeheer en sneltoetsen voor het actieve venster.
Sneltoetsen voor de startpagina van Serverbeheer
In de onderstaande tabel zijn de sneltoetsen opgenomen voor de menuopdrachten die werken voor de gehele Serverbeheer-console of voor de startpagina van Serverbeheer.
Actie | Resultaat |
---|---|
F5 |
De inhoud van de startpagina van Serverbeheer vernieuwen. |
ALT+SPATIEBALK |
Het menu Venster weergeven. |
ALT+F4 |
Serverbeheer sluiten. |
ALT+A |
Het menu Actie weergeven. |
ALT+V |
Het menu Beeld weergeven. |
ALT+F |
Het menu Bestand weergeven. |
ALT+H |
Het menu Help weergeven. |
Sneltoetsen voor het actieve venster of object in Serverbeheer
In de onderstaande tabel zijn de sneltoetsen opgenomen voor de menuopdrachten die werken voor het actieve venster of het actieve object (zoals een knooppunt in het hiërarchiedeelvenster) in Serverbeheer.
Actie | Resultaat |
---|---|
ALT+MINTEKEN |
Het menu Venster weergeven voor een willekeurige pagina in Serverbeheer. |
SHIFT+F10 |
Het snelmenu Actie voor het geselecteerde item weergeven. |
F1 |
Het Help-onderwerp voor het geselecteerde item openen, indien aanwezig. |
F5 |
De inhoud vernieuwen die wordt weergegeven in Serverbeheer. |
CTRL+F10 |
De actieve pagina in Serverbeheer maximaliseren. |
CTRL+F5 |
De actieve pagina in Serverbeheer herstellen. |
ALT+ENTER |
Het dialoogvenster Eigenschappen voor het geselecteerde item weergeven, indien aanwezig. |
F2 |
De naam wijzigen, indien mogelijk, van het geselecteerde item. |
Navigatie in Serverbeheer met het toetsenbord
In de onderstaande tabel zijn de toetsen en toetsencombinaties opgenomen waarmee u in en tussen deelvensters en gegroepeerde gebieden kunt navigeren in een pagina in Serverbeheer.
Toetsaanslag | Resultaat |
---|---|
TAB of F6 |
Naar het volgende deelvenster gaan in het actieve venster. |
SHIFT+TAB of SHIFT+F6 |
Naar het vorige deelvenster gaan in het actieve venster. |
CTRL+TAB of CTRL+F6 |
Naar het volgende venster gaan. |
CTRL+SHIFT+TAB of CTRL+SHIFT+F6 |
Naar het vorige venster gaan. |
PLUSTEKEN (+) op het numerieke toetsenblok |
Het geselecteerde item uitvouwen. |
MINTEKEN (-) op het numerieke toetsenblok |
Het geselecteerde item samenvouwen. |
Sterretje (*) op het numerieke toetsenblok |
De volledige structuur onder het hoofditem in het actieve venster uitvouwen. |
PIJL-OMHOOG |
Het item boven het geselecteerde item in een deelvenster selecteren. |
PIJL-OMLAAG |
Het item onder het geselecteerde item in een deelvenster selecteren. |
PAGINA OMHOOG |
Het hoogste item selecteren dat nog zichtbaar is in een deelvenster. |
PAGINA OMLAAG |
Het laagste item selecteren dat nog zichtbaar is in een deelvenster. |
HOME |
Het eerste item in een deelvenster selecteren. |
END |
Het laatste item in een deelvenster selecteren. |
PIJL-RECHTS |
Het geselecteerde item uitvouwen. Als het geselecteerde item geen subitems heeft, wordt de bewerking voor PIJL-OMLAAG uitgevoerd. |
PIJL-LINKS |
Het geselecteerde item samenvouwen. Als het geselecteerde item geen subitems heeft, wordt de bewerking voor PIJL-OMHOOG uitgevoerd. |
ALT+PIJL-RECHTS |
Het volgende item selecteren. Werkt hetzelfde als de pijl Volgende op de werkbalk. |
ALT+PIJL-LINKS |
Het vorige item selecteren. Werkt hetzelfde als de pijl Vorige op de werkbalk. |