Gebruik dit tabblad om op te geven of u het delen van bestanden en printers via deze verbinding wilt toestaan en welke versies van IP u wilt ondersteunen.

InstellingBeschrijving

Naam

Hier geeft u de naam van de inbelnetwerkvermelding op. Als u een bestaande vermelding bewerkt, is de naam al ingesteld en kunt u deze hier niet wijzigen.

Bestands- en printerdeling uitschakelen

Schakel dit selectievakje in om op te geven dat de protocollen voor het delen van bestanden en printers niet door deze verbinding kunnen worden gebruikt.

Clients toestaan om de volgende verbinding te maken

De opties zijn als volgt:

  • Alleen IPv4-adres. Hiermee stelt u in dat de client alleen een IPv4-adres (Internet Protocol versie 4) ontvangt en niet kan communiceren via IPv6 (Internet Protocol versie 6).

  • Alleen IPv6-adres. Hiermee geeft u op dat de client alleen een IPv6-adres ontvangt en niet door middel van IPv4 kan communiceren.

  • IPv4- en IPv6-adressen. Dit is de standaardoptie, die aangeeft dat de client zowel IPv4- als IPv6-adressen ontvangt en communicatie door middel van beide protocollen ondersteunt.

Configuratieopties voor het IPv4- en IPv6-protocol worden ingesteld op de tabbladen IPv4 en IPv6 van dit dialoogvenster.

Script voor inbelnetwerk

Hier kunt u zo nodig een scriptbestand opgeven dat als deel van het verbindingsproces wordt uitgevoerd om de omgeving van de inbelverbinding verder aan te passen.

Zie Aangepaste inbelvermeldingen opnemen (https://go.microsoft.com/fwlink/?LinkId=80957) op de Microsoft-website voor meer informatie over het configureren van inbelnetwerkvermeldingen (pagina is mogelijk Engelstalig).

Aanvullende naslaginformatie


Inhoudsopgave