Het verbindingsprofiel wordt door de CMAK-wizard gecompileerd in één uitvoerbaar bestand met de bestandsnaamextensie .EXE. U kunt dit EXE-bestand aan de gebruikers afleveren via elke methode waarover u beschikt. U kunt bijvoorbeeld de volgende methoden overwegen:
- Neem het verbindingsprofiel op in de momentopname voor nieuwe computers.
U kunt het verbindingsprofiel opnemen in de momentopnamen van de clientcomputer die op een nieuwe computer voor uw organisatie worden geïnstalleerd. - Plaats het verbindingsprofiel op een website of een netwerkshare die toegankelijk is voor gebruikers.
Via een webkoppeling hebben zowel interne als externe toegangsclients gemakkelijk toegang tot het profiel. Een netwerkshare kan doorgaans alleen worden benaderd door interne clients. - Lever het verbindingsprofiel op een verwisselbaar medium, zodat de gebruiker het handmatig kan installeren.
U kunt het installatieprogramma voor het verbindingsprofiel leveren op een diskette, cd-rom, USB-flashstation of een ander verwisselbaar medium waartoe de gebruikers toegang hebben. Sommige verwisselbare media ondersteunen de functie voor automatisch starten, waardoor het installatieproces wordt gestart zodra het medium in de clientcomputer wordt geplaatst. - Lever het verbindingsprofiel met hulpprogramma's voor automatische softwaredistributie.
In veel organisaties wordt een programma voor het beheren van het bureaublad en implementeren van software gebruikt, zoals Microsoft® System Center Configuration Manager, waarmee u de benodigde software voor uw clientcomputers kunt implementeren en er een pakket van kunt maken. De software kan worden geïnstalleerd zonder dat de gebruikers daar iets van merken. Het slagen of mislukken van de installatie wordt teruggemeld aan de beheerconsole.