Als u de volgende instellingen opgeeft voor de servereigenschappen, gelden de instellingen als standaardwaarde voor alle zones. Als u deze instellingen opgeeft bij een specifieke zone, zijn de instellingen alleen van toepassing op deze zone.
Onderdeel | Details |
---|---|
Verlopen bronrecords opruimen |
Hiermee geeft u aan of verlopen bronrecords moeten worden verwijderd uit de DNS-database (Domain Name System). |
Interval voor niet vernieuwen |
Hiermee geeft u een tijdsinterval in dagen of uren op. Wanneer een bronrecord wordt vernieuwd, wordt deze pas opnieuw vernieuwd wanneer dit tijdsinterval is verstreken. |
Vernieuwen |
Hiermee geeft u de minimumtijd op dat records zich nog in de DNS-database moeten bevinden nadat het interval voor niet vernieuwen is verstreken. Dit interval mag niet kleiner zijn dan de maximale vernieuwingsperiode voor alle bronrecords. Op de meeste netwerken komt dit interval overeen met het DHCP-leasevernieuwingsinterval (Dynamic Host Configuration Protocol). Voor DHCP-servers waarop Windows Server 2008 wordt uitgevoerd, is het standaardleasevernieuwingsinterval vier dagen. |