Wanneer u DNS (Domain Name System) in AD DS (Active Directory Domain Services) integreert, is automatische replicatie mogelijk tussen domeincontrollers in een gemeenschappelijk domein of forest. Door meerdere domeincontrollers te installeren in een domein waarin de DNS Server-service actief is, kunt u zorgen dat DNS blijft werken als een domeincontroller uitvalt of offline gaat voor onderhoud. Meerdere domeincontrollers kunnen u verder de mogelijkheid bieden de servers te vinden in locaties waar ze het best bereikbaar zijn voor DNS-clients. Bovendien kan de resulterende taakverdeling de globale DNS-prestaties verbeteren.
| Taak | Naslaginformatie |
|---|---|
|
Informatie over de integratie van DNS in AD DS lezen. |
|
|
Plannen hoe de ruimte voor DNS-domeinnamen en netwerkadressen in zones voor forward en reverse lookup moet worden verdeeld. |
|
|
Uw serverimplementatie plannen en het aantal servers en hun locatie in het het netwerk bepalen, met inachtneming van het feit dat domeincontrollers standaard ook als DNS-servers fungeren. |
|
|
Als clients in uw netwerk externe DNS-namen moeten kunnen oplossen, is het wellicht een goed idee doorstuurservers te configureren en gebruiken op DNS-servers in het netwerk. |
Een DNS-server configureren voor het gebruik van doorstuurservers |
|
Bepalen hoe u de configuraties van DNS-clientresolvers het best kunt beheren. |
|
|
Domeincontrollers en domeinen installeren en als voor host voor uw zones configureren. |
Een DNS-server configureren voor gebruik met Active Directory Domain Services |
|
Delegeringen toevoegen aan bovenliggende zones voor subdomeinen. Als u bijvoorbeeld sub.corp.contoso.com als nieuw Active Directory-domein toevoegt, voegt u hieraan een delegering toe in de zone corp.contoso.com zone. |