U kunt de faxserverfunctie, Fax Service-beheer en andere hulpmiddelen gebruiken om een faxserver te maken, configureren en beheren, en de gebruikerstoegang voor die server te regelen.
Taak | Verwijzingen |
---|---|
Bestudeer begrippen en vereisten. |
Overzicht van faxserver en Fax Service-beheer; informatie over faxserver op |
Installeer de functie van faxserver om Fax Service-beheer, Windows Faxen en scannen, de faxservice en de faxprinter te installeren. Als onderdeel van dit proces wordt u gevraagd te bevestigen dat de printer correct is geïnstalleerd en moet u de telefoon- en modemopties configureren. |
|
Configureer clients en deel de faxprinter om gebruikers in staat te stellen faxen via de faxserver te verzenden en ontvangen. |
|
Voeg een faxapparaat toe en schakel de verzend- en ontvangstfunctie van het apparaat in. |
Faxapparaten toevoegen of verwijderen; De verzendfunctie van faxapparaten inschakelen; De ontvangstfunctie van faxapparaten inschakelen |
Configureer de routering van binnenkomende faxen, waaronder routeringsregels en SMTP-instellingen (Simple Mail Transfer Protocol). |
Routeringsmethoden voor binnenkomende faxberichten configureren; SMTP-instellingen voor routering via e-mail configureren |
Configureer de routering van uitgaande faxen: geef routeringsregels op, stel ontvangstbevestigingen in, geef op of u gebruikers wilt toestaan persoonlijke faxvoorbladen te maken en gebruiken en geef op wat uw organisatie wil opnemen in de kopteksten van de faxen die worden verzonden. |
Routering van uitgaande berichten configureren; Het Postvak UIT en de verzending van uitgaande faxen configureren; Faxontvangstbevestigingen configureren |
Stel gebruikersaccounts in voor gebruikers en groepen die u toegang wilt verschaffen tot de faxserver voor het verzenden en ontvangen van faxen (tenzij u dit al hebt gedaan tijdens het installeren van de rol van faxserver). Configureer ook groepen om te bepalen wie toegang heeft tot het Postvak IN voor de faxserver. |
|
Bepaal of u faxvoorbladen wilt aanpassen en de aangepaste voorbladen beschikbaar wilt maken voor gebruikers. |
|
Bepaal of u binnenkomende en uitgaande faxen wilt archiveren en, als dat het geval is, hoe lang faxen bewaard moeten blijven. |
|
Bepaal of u logboekregistratie van faxgebeurtenissen of andere activiteiten wilt inschakelen. |
Faxgebeurtenisregistratie configureren; Binnenkomende of uitgaande faxgebeurtenissen vastleggen |
Bepaal of u machtigingen voor gebruikers of groepen wilt aanpassen. |
|
Bepaal of u controle wilt inschakelen. |
|
Neem de faxserver in gebruik, optimaliseer de faxserver en controleer binnenkomende en uitgaande faxen. |
Faxapparaten en -providers beheren; Binnenkomende faxen beheren; Uitgaande faxen beheren; Faxserveractiviteit beheren; Problemen met de faxserver oplossen |
Aanvullende overwegingen
U kunt alleen faxonderdelen installeren als u lid bent van de groep Administrators of als de juiste bevoegdheid aan u is overgedragen.