In dit gedeelte wordt een aantal problemen besproken die kunnen optreden bij het gebruik van Fax Service-beheer. Zie https://go.microsoft.com/fwlink/?LinkId=91073 voor gedetailleerde informatie over het oplossen van problemen met gebeurtenissen en fouten (pagina is mogelijk Engelstalig). Zie https://go.microsoft.com/fwlink/?LinkId=140797 voor algemene informatie over het oplossen van fouten (pagina is mogelijk Engelstalig).

Wat is er aan de hand?

Faxen die naar een specifiek faxapparaat worden gerouteerd, kunnen door clients niet worden verzonden overeenkomstig een regel voor uitgaande routering.
  • Oorzaak: het apparaat is niet ingeschakeld of de voedings- of gegevenskabel is niet correct aangesloten.

  • Oplossing: controleer of het apparaat op het stopcontact is aangesloten en is ingeschakeld, en of de gegevenskabel correct is aangesloten.

  • Oorzaak: de apparaateigenschappen zijn niet correct geconfigureerd.

  • Oplossing: controleer of het apparaat bestaat en of de verzendfunctie van het apparaat is ingeschakeld.

Gebruikers verzenden faxen naar telefoonnummers die bij telefonisch testen correct werken, maar wanneer de faxservice de nummers kiest, wordt een bezettoon waargenomen.
  • Oorzaak: de regel voor uitgaande routering waardoor de verzending van faxen naar deze nummers wordt geregeld, bevat een fout.

  • Oplossing: dubbelklik in het linkerdeelvenster van Fax Service-beheer op Uitgaande routering en klik vervolgens op Regels. Klik in het rechterdeelvenster met de rechtermuisknop op de regel en klik op Eigenschappen. Corrigeer eventuele fouten in de configuratie.

  • Oorzaak: De gebruiker heeft een 0 (nul) toegevoegd aan het begin van een netnummer dat normaal gesproken voor handmatig kiezen wordt gebruikt. Het is ook mogelijk dat de gebruiker kiesregels benut en het faxnummer in de verkeerde notatie heeft opgegeven.

  • Oplossing: bij het gebruik van kiesregels moeten gebruikers het faxnummer in de volgende canonieke indeling typen: land-/regionummer (netnummer) faxnummer. Als u vanuit Microsoft Outlook 2003 een fax verzendt en gebruik maakt van kiesregels, moet u het faxnummer als volgt opgeven: fax:+land-/regionummer (netnummer) faxnummer. In dit geval moet het woord fax worden gevolgd door een dubbele punt (:), een plusteken (+), het land- of regionummer, een spatie, het netnummer tussen haakjes, een spatie en het telefoonnummer zonder spaties of afbreekstreepjes. Bijvoorbeeld: fax:+1 (818) 5551111.

Het systeem kan geen faxen ontvangen.
  • Oorzaak: het ontvangende faxapparaat is niet ingeschakeld of op het stopcontact aangesloten, of de gegevenskabel is niet aangesloten.

  • Oplossing: controleer of het apparaat op het stopcontact is aangesloten en is ingeschakeld, en of de gegevenskabel correct is aangesloten.

  • Oorzaak: bepaalde eigenschappen van het apparaat zijn incorrect geconfigureerd.

  • Oplossing: controleer of het apparaat correct is geconfigureerd voor het ontvangen van faxen.

Iemand probeert vanaf een externe locatie een fax naar de service te verzenden, maar dit lukt niet.
  • Oorzaak: De wachtrij van uitgaande faxen is zo lang dat er doorlopend faxen worden verzonden. Hierdoor kunnen binnenkomende faxen niet worden verwerkt.

  • Oplossing: Controleer de faxgebeurtenissen om te controleren of het probleem hieraan te wijten is. U kunt faxgebeurtenissen controleren door in de consolestructuur van Fax Service-beheer met de rechtermuisknop op Fax te klikken, en vervolgens op Eigenschappen te klikken. Kijk op het tabblad Algemeen hoeveel faxen in de wachtrij staan en hoeveel faxen worden verwerkt. Als de aantallen erg hoog zijn, voert u een van de volgende handelingen uit:

    • Onderbreek de uitgaande wachtrij om te zorgen dat binnenkomende oproepen kunnen worden beantwoord. Dit doet u door het selectievakje Verzenden van uitgaande faxberichten uitschakelen op het tabblad Algemeen in te schakelen. Vergeet niet het selectievakje later uit te schakelen om het verzenden van faxen te hervatten.

    • Onderbreek het toevoegen van nieuwe faxtaken aan de wachtrij van uitgaande faxen. Dit doet u door het selectievakje Indienen van nieuwe uitgaande faxberichten uitschakelen op het tabblad Algemeen in te schakelen. Vergeet niet het selectievakje later uit te schakelen om te zorgen dat nieuwe faxtaken weer aan de uitgaande wachtlijst kunnen worden toegevoegd.

    • Voeg faxapparaten toe en configureer minstens één apparaat om uitsluitend faxen te ontvangen.

Binnenkomende faxen worden niet via e-mail gerouteerd, ondanks het feit dat de methode Omleiden via e-mail is ingeschakeld.
  • Oorzaak: het e-mailadres voor faxontvangst is incorrect geconfigureerd.

  • Oplossing: dubbelklik in het linkerdeelvenster van Fax Service-beheer op Apparaten en providers, dubbelklik op Apparaten, dubbelklik op het apparaat dat u wilt configureren en klik vervolgens op Ontvangstmethoden. Klik in het detailvenster met de rechtermuisknop op Omleiden via e-mail en klik vervolgens op Eigenschappen. Corrigeer het e-mailadres dat voor het ontvangen van binnenkomende faxen is opgegeven.

  • Oorzaak: een parameter is incorrect getypt in een vak op het tabblad Ontvangstbevestigingen van het dialoogvenster Eigenschappen voor Fax.

  • Oplossing: Klik in het linkerdeelvenster van Fax Service-beheer met de rechtermuisknop op Fax en klik vervolgens op Eigenschappen. Controleer of alle informatie op het tabblad Ontvangstbevestigingen correct is.

Ontvangstbevestigingen zijn geconfigureerd maar worden niet bij faxafzenders afgeleverd.
  • Oorzaak: een parameter is incorrect getypt in een vak op het tabblad Ontvangstbevestigingen van het dialoogvenster Eigenschappen voor Fax.

  • Oplossing: klik in het linkerdeelvenster van Fax Service-beheer met de rechtermuisknop op Fax en klik vervolgens op Eigenschappen. Controleer of alle informatie op het tabblad Ontvangstbevestigingen correct is.

Een specifiek modemapparaat beantwoordt steevast oproepen die vaak direct na beantwoording worden afgebroken. Deze oproepen krijgen zelden de status van correct ontvangen faxen.
  • Oorzaak: Apparaatafhankelijke beantwoording is ingeschakeld, maar deze voorziening wordt niet door het modemapparaat ondersteund. Als apparaatafhankelijke beantwoording mislukt, worden oproepen direct afgebroken.

  • Oplossing: dubbelklik in het linkerdeelvenster van Fax Service-beheer op Apparaten en providers en dubbelklik vervolgens op Apparaten. Klik met de rechtermuisknop op de modem waardoor het probleem wordt veroorzaakt en klik vervolgens op Eigenschappen. Open het tabblad Microsoft Modem FSP en schakel het selectievakje Apparaatafhankelijke beantwoording inschakelen, indien deze door de modem wordt ondersteund uit.

  • Oorzaak: Apparaatafhankelijke beantwoording wordt in principe ondersteund door het apparaat, maar vanwege een gebrek aan standaardisatie tussen modemmodellen wordt geen onderscheid gemaakt tussen binnenkomende gegevens en een binnenkomende fax. Wanneer apparaatafhankelijke beantwoording mislukt, worden oproepen direct afgebroken.

  • Oplossing: Test of apparaatafhankelijke beantwoording correct wordt ondersteund door de modem waarvoor deze functie is ingeschakeld. Controleer zowel gegevensoverdracht als binnenkomende faxen. Als een van beide oproeptypen niet correct door de modem wordt ontvangen, moet u de optie voor apparaatafhankelijke beantwoording uitschakelen (zie de beschrijving in de vorige oplossing).

Een modem is aan de computer toegevoegd en wordt weergegeven in het onderdeel Telefoon- en modemopties in het Configuratiescherm, maar de modem staat niet in de lijst met apparaten in Fax Service-beheer.
  • Oorzaak: onlangs toegevoegde modemapparaten zijn pas zichtbaar in Fax Service-beheer wanneer u de faxservice opnieuw start en de weergave vernieuwt.

  • Oplossing: klik in de consolestructuur van Fax Service-beheer met de rechtermuisknop op Fax, klik op Stoppen, klik met de rechtermuisknop opnieuw op Fax, klik op Starten en druk vervolgens op F5 om de weergave te vernieuwen. Als dit niet helpt, sluit u Fax Service-beheer en opent u deze module opnieuw om de weergave te vernieuwen.

Faxen staan te lang in de wachtrij van uitgaande faxen voordat ze worden verzonden.
  • Oorzaak: er zijn niet genoeg faxapparaten toegewezen voor het verzenden van faxen.

  • Oplossing: dubbelklik in het linkerdeelvenster van Fax Service-beheer op Apparaten en providers en dubbelklik vervolgens op Apparaten. Klik met de rechtermuisknop op het faxapparaat waarvoor de verzendfunctie momenteel is uitgeschakeld en klik vervolgens op Verzenden.

Faxen blijven langer dan nodig in de map Postvak UIT staan en vullen de map op.
  • Oorzaak: de automatische verwijdering van faxen die langer dan een opgegeven periode in het Postvak UIT blijven staan, is uitgeschakeld of de opgegeven periode is te lang.

  • Oplossing: Klik in het linkerdeelvenster van Fax Service-beheer met de rechtermuisknop op Fax en klik vervolgens op Eigenschappen. Open het tabblad Postvak UIT en schakel het selectievakje Faxen automatisch verwijderen indien ouder dan <aantal> dagen in. Als het selectievakje al is ingeschakeld, vermindert u het aantal dagen waarna faxen automatisch uit de map Postvak UIT worden verwijderd.

Binnenkomende en verzonden faxen blijven langer dan nodig in de archiefmap staan en vullen de map op, of u ziet van tijd tot tijd een waarschuwing dat het archief te groot is.
  • Oorzaak: het automatische verwijderen van faxen die langer dan een opgegeven periode in de archiefmappen staan, is uitgeschakeld of de opgegeven periode is te lang. Als u een waarschuwing ontvangt, het aantal dagen te hoog is voor het aantal faxen dat u ontvangt en het archief de limiet heeft bereikt die u hebt ingesteld, worden faxen automatisch verwijderd.

  • Oplossing: Klik in de consolestructuur van Fax Service-beheer met de rechtermuisknop op Fax en klik vervolgens op Eigenschappen. Open het tabblad Archieven en schakel het selectievakje Faxen automatisch verwijderen indien ouder dan <aantal> dagen in. Als het selectievakje al is ingeschakeld, vermindert u het aantal dagen waarna faxen automatisch worden verwijderd. Als u een waarschuwing hebt ontvangen, verwijdert u handmatig het aantal faxen onder de grootte van de minimum quotumlimiet die op dit tabblad wordt vermeld, om de waarschuwing opnieuw in te stellen.

Het is onmogelijk faxtaken op te geven of faxen te verzenden, en in het gebeurtenislogboek verschijnt het bericht dat de faxwachtrijmap niet toegankelijk is.
  • Oorzaak: dit probleem doet zich normaal gesproken voor als de standaardlocatie van de faxwachtrij is veranderd of de maplocatie niet bestaat of ongeldig is.

  • Oplossing: Controleer de locatie van de faxwachtrij en wijzig deze zo nodig met een registersleutel. Dit doet u als volgt:

    1. Klik in Fax Service-beheer met de rechtermuisknop op Fax en klik vervolgens op Stoppen om de faxservice te stoppen.

    2. Klik in het besturingssysteem achtereenvolgens op Start en Uitvoeren en typ regedit om de Register-editor te openen.

    3. Stel de tekenreekswaarde in HKEY_LOCAL_MACHINE\SOFTWARE\Microsoft\Fax\QueueDirectory op de vereiste wachtrijlocatie in. Bijvoorbeeld <systeemstation>\<wachtrijlocatie>.

    4. Sluit de Register-editor.

    5. Stel beveiligingsmachtigingen voor de wachtrijmap in om te zorgen dat deze alleen beschikbaar is voor de faxservice.

    6. Verplaats de inhoud van de wachtrijmap op de oude locatie naar de wachtrijmap op de nieuwe locatie.

    7. Klik in Fax Service-beheer op Actie en klik vervolgens op Starten om de faxservice opnieuw te starten.

Faxgebeurtenisregistratie werkt niet, en in het gebeurtenislogboek verschijnt het bericht dat de faxservice geen toegang heeft tot de map met het gebeurtenislogboek.
  • Oorzaak: dit probleem doet zich normaal gesproken voor als de standaardlocatie van het activiteitenlogboek is veranderd of de maplocatie niet bestaat of ongeldig is.

  • Oplossing: Klik in de consolestructuur van Fax Service-beheer met de rechtermuisknop op Fax en klik vervolgens op Eigenschappen. Controleer de locatie van het activiteitenlogboek op het tabblad Faxgebeurtenissen registreren en wijzig deze locatie zo nodig.

Faxarchivering werkt niet, en in het gebeurtenislogboek verschijnt het bericht dat de faxservice geen toegang heeft tot het archief.
  • Oorzaak: dit probleem doet zich normaal gesproken voor als de standaardlocatie van de archiefmap is veranderd of als de map niet bestaat of ongeldig is.

  • Oplossing: Klik in de consolestructuur van Fax Service-beheer met de rechtermuisknop op Fax en klik vervolgens op Eigenschappen. Controleer de locatie van de archiefmap op het tabblad Archieven en wijzig deze locatie zo nodig.

Aanvullende overwegingen

  • U kunt alleen faxonderdelen configureren als u lid bent van de groep Administrators of als de juiste bevoegdheid aan u is overgedragen.

  • Als u Fax Service-beheer wilt openen, klikt u op Start, wijst u Systeembeheer aan en klikt u vervolgens op Fax Service-beheer.

Aanvullende bronnen


Inhoudsopgave