Apparaten

U kunt een computer als faxserver instellen als er een of meer faxapparaten op zijn aangesloten. Wanneer de rol van faxserver wordt geïnstalleerd, worden deze faxapparaten automatisch gedetecteerd en wordt in de map Printers in het Configuratiescherm van de computer een lokale faxprinterverbinding gemaakt, als deze nog niet bestaat. (U kunt een apparaat ook later toevoegen, nadat u de rol van faxserver hebt geïnstalleerd. Zie Een faxprinter installeren en delen voor netwerkgebruikers voor instructies.) Deze faxprinter vertegenwoordigt alle faxapparaten die op de computer zijn aangesloten. Als u deze faxprinter deelt en publiceert, kunnen externe gebruikers verbinding met deze faxserver maken om faxen via uw faxapparaten te verzenden en ontvangen.

Belangrijk

Fax werkt met analoge faxmodems. Het gebruik van ISDN-modems in combinatie met Fax is niet getest en wordt ook niet ondersteund door Microsoft.

Het toegestane aantal faxmodems voor Windows Server 2008 R2 is:

Besturingssysteem Maximum aantal modems

Windows Server 2008 R2 Standard

4

Windows Server 2008 R2 Enterprise, Windows Server 2008 R2 Datacenter

Geen limiet (vanuit de faxservice)

Windows Web Server 2008 R2

4

Opmerking

Nadat de rol van faxserver is geïnstalleerd, is delen niet standaard ingeschakeld.

In de versies van het besturingssysteem die meer dan één modem ondersteunen, kunt u de modems zodanig configureren dat deze gelijktijdig faxen verzenden. Alle modems maken standaard deel uit van de groep Alle apparaten. Bij het verzenden van een faxbericht past de faxservice de regel voor uitgaande routering toe om te bepalen welke apparaatgroep moet worden gebruikt om een faxbericht te verzenden. Alle uitgaande faxberichten worden standaard verzonden door de modems in de groep Alle apparaten.

Nadat de regel voor uitgaande routering is toegepast, selecteert de faxservice het eerste apparaat dat beschikbaar is in de apparaatgroep en dat is ingeschakeld voor het verzenden van faxberichten. Faxberichten met meer dan één bestemming kunnen gelijktijdig worden verzonden als de apparaatgroep meerdere apparaten bevat die zijn ingeschakeld voor het verzenden van faxen. De faxservice plaatst faxberichten die naar dezelfde bestemming moeten worden verzonden, echter in de wachtrij, ook al bevat de apparaatgroep meerdere apparaten waarmee faxberichten kunnen worden verzonden.

Verder zijn faxapparaten na het installeren van de functie van faxserver standaard ingeschakeld voor verzenden, maar niet voor ontvangen: u moet de ontvangstfunctie specifiek inschakelen.

Alle faxapparaten waarvoor de functie van faxserver is geïnstalleerd, worden in het linkerdeelvenster van Fax Service-beheer weergegeven bij Fax\Apparaten en providers\Apparaten. Met Fax Service-beheer kunt u de apparaatinstellingen (zoals de apparaatbeschrijving en instellingen voor ontvangen en verzenden) configureren en de status van apparaten controleren.

Providers

Faxserviceproviders, die apparaten beheren en opgeven hoe faxen worden verwerkt, worden in Fax Service-beheer weergegeven bij Fax\Apparaten en Providers\Providers. De lijst met faxserviceproviders dient uitsluitend ter informatie en kan niet worden gewijzigd. Zonder een faxserviceprovider kunnen geen faxen worden verzonden of ontvangen. Microsoft Modem-provider is de standaardprovider. Deze provider verzendt en ontvangt via analoge faxmodems die voldoen aan de standaard voor universele modemstuurprogramma's (Unimodem).

Niet-Microsoft faxserviceproviders kunnen extra services in de faxservice integreren. Elke provider beheert zijn eigen set apparaten en configuratie-instellingen. De eigenschappenbladen en dialoogvensters die in Fax Service-beheer worden weergegeven, variëren per faxserviceprovider.

Aanvullende overwegingen

  • U kunt alleen faxonderdelen configureren als u lid bent van de groep Administrators of als de juiste bevoegdheid aan u is overgedragen. Deze voorwaarde is ook van toepassing op het registreren van faxserviceproviders en het ongedaan maken van de registratie van faxserviceproviders.

  • Als u Fax Service-beheer wilt openen, klikt u op Start, wijst u Systeembeheer aan en klikt u vervolgens op Fax Service-beheer.

Aanvullende naslaginformatie


Inhoudsopgave