Met Fax Service-beheer kunt u groepen van een of meer faxapparaten maken en vervolgens regels voor uitgaande routering aan deze groepen koppelen. U kunt bijvoorbeeld specifieke faxbestemmingen exclusief toewijzen aan bepaalde faxapparaten. Wanneer u een nieuwe groep maakt, wordt deze pas actief wanneer u er een faxapparaat aan toevoegt. Boven het mappictogram van een groep die geen apparaten bevat, wordt een markering weergegeven. Standaard is er één groep, Alle apparaten, die niet kan worden verwijderd. U kunt te allen tijde groepen toevoegen of verwijderen, of apparaten aan groepen toevoegen of eruit verwijderen. Een apparaat kan ook deel uitmaken van meerdere groepen tegelijk.

Uitgaande faxen worden naar groepen gerouteerd volgens de regels voor uitgaande routering. De bestemming van de fax wordt door Fax Service-beheer geregistreerd, waarna de fax naar de juiste groep wordt gerouteerd. Het eerste beschikbare apparaat in die groep wordt gebruikt voor verzending.

Een faxapparaatgroep maken of verwijderen
  1. Open Fax Service-beheer.

  2. Dubbelklik in het linkerdeelvenster op Uitgaande routering, klik met de rechtermuisknop op Groepen, wijs Nieuw aan en klik op Groep.

  3. Typ een groepsnaam in het dialoogvenster Nieuwe groep toevoegen.

  4. Als u de groep later wilt verwijderen, klikt u met de rechtermuisknop op de groepsnaam en klikt u vervolgens op Verwijderen.

Aanvullende overwegingen

  • U kunt alleen faxonderdelen configureren als u lid bent van de groep Administrators of als de juiste bevoegdheid aan u is overgedragen.

  • Als u Fax Service-beheer wilt openen, klikt u op Start, wijst u Systeembeheer aan en klikt u vervolgens op Fax Service-beheer.

Aanvullende naslaginformatie


Inhoudsopgave