Standaard is de verzendfunctie van een faxapparaat ingeschakeld wanneer het is geïnstalleerd. U kunt een apparaat echter ook configureren voor verzending op een later tijdstip. Desgewenst kunt u tegelijkertijd een identificatie van het verzendende station (TSID: een tekenreeks ter identificatie van de afzender van de fax) opgeven. De identificatiegegevens worden gewoonlijk op het voorblad van een faxbericht weergegeven, zodat de ontvanger kan zien van wie de fax afkomstig is.

De verzendfunctie van een faxapparaat inschakelen
  1. Open Fax Service-beheer.

  2. Dubbelklik in het linkerdeelvenster op Apparaten en providers en klik vervolgens op Apparaten.

  3. Klik in het rechterdeelvenster met de rechtermuisknop op het apparaat dat u wilt configureren en klik vervolgens op Verzenden.

  4. Als u een TSID wilt configureren, klikt u met de rechtermuisknop op het gewenste apparaat en klikt u vervolgens op Eigenschappen.

  5. Typ een TSID-reeks in het vak Identificatie van verzendend station (TSID) op het tabblad Algemeen. De maximumlengte van deze reeks is 20 tekens.

  6. Als u later het verzenden van faxberichten voor het faxapparaat wilt uitschakelen, klikt u met de rechtermuisknop op het apparaat en schakelt u vervolgens het selectievakje Verzenden uit.

Aanvullende overwegingen

  • U kunt alleen faxonderdelen configureren als u lid bent van de groep Administrators of als de juiste bevoegdheid aan u is overgedragen.

  • Als u Fax Service-beheer wilt openen, klikt u op Start, wijst u Systeembeheer aan en klikt u vervolgens op Fax Service-beheer.

Aanvullende naslaginformatie


Inhoudsopgave