U kunt de eigenschappen van een bestandscontrole weergeven of bewerken in het dialoogvenster Eigenschappen voor bestandscontrole. Met bestandscontroles kunt u voorkomen dat bepaalde bestanden worden opgeslagen op een volume of in een mapstructuur. Een bestandscontrole is van toepassing op alle mappen in het opgegeven pad. U kunt een aangepaste bestandscontrole maken of een nieuwe bestandscontrole afleiden van een bestaande sjabloon. Dit laatste is aan te raden omdat dit het beheer van bestandscontroles eenvoudiger maakt. U kunt alle bestandscontroles die zijn gebaseerd op een specifieke sjabloon, namelijk automatisch bijwerken door die sjabloon te bewerken.
-
Tabblad Instellingen
-
Tabblad E-mailbericht
-
Tabblad Gebeurtenislogboek
-
Tabblad Opdracht
-
Tabblad Rapport
Tabblad Instellingen
Onderdeel | Details | |
---|---|---|
Eigenschappen uit sjabloon kopiëren (optioneel) |
Hiermee geeft u op dat de eigenschappen van de bestandscontrole moeten worden gekopieerd uit de bestaande bestandscontrolesjabloon die u selecteert in de keuzelijst. Klik op Kopiëren om alle eigenschappen van de geselecteerde bestandscontrolesjabloon te kopiëren. | |
Pad voor bestandscontrole |
Hiermee geeft u het pad weer voor de bestandscontrole. | |
Actieve controle |
Hiermee geeft u op dat gebruikers niet-geautoriseerde bestanden niet kunnen opslaan. | |
Passieve controle |
Hiermee geeft u op dat gebruikers niet-geautoriseerde bestanden wel kunnen opslaan, maar dat er geconfigureerde meldingen worden gegenereerd wanneer dit gebeurt. | |
Selecteer de bestandsgroepen die u wilt blokkeren |
Hiermee geeft u de beschikbare bestandsgroepen weer die u kunt selecteren voor blokkering. | |
Maken |
Hiermee opent u het dialoogvenster Eigenschappen voor bestandsgroep maken, waarmee u een nieuwe bestandsgroep kunt maken. | |
Bewerken |
Hiermee opent u het dialoogvenster Eigenschappen voor bestandsgroep en geeft u de eigenschappen weer van de geselecteerde bestandsgroep. |
Tabblad E-mailbericht
Item | Details |
---|---|
E-mail naar de volgende beheerders verzenden |
Hiermee geeft u op of u een e-mail wilt verzenden wanneer een gebruiker probeert een niet-geautoriseerd bestand op te slaan. Geef de e-mailadressen op van de beheerders die de e-mailmeldingen moeten ontvangen. |
E-mail verzenden naar de gebruiker die een niet-geautoriseerd bestand probeert op te slaan |
Hiermee geeft u op of u een e-mail wilt verzenden naar het account waarbij de gebruiker was aangemeld op het moment dat er werd geprobeerd het bestand op te slaan. |
Onderwerp |
Hiermee geeft u een tekstvak weer waarin u het onderwerp kunt typen van de e-mail die automatisch wordt verzonden. |
Berichttekst |
Hiermee geeft u een tekstvak weer waarin u de tekst kunt typen van de e-mail die automatisch wordt verzonden. |
Selecteer de variabele die u in de tekst wilt invoegen |
Hiermee geeft u de beschikbare variabelen weer die u kunt invoegen in het onderwerp of het bericht. |
Variabele invoegen |
Hiermee voegt u de geselecteerde variabele bij de cursor in het onderwerp of het bericht in. |
Aanvullende kopteksten voor e-mail |
Hiermee kunt u aanvullende e-mailadressen en andere e-mailopties opgeven. |
Tabblad Gebeurtenislogboek
Item | Details |
---|---|
Waarschuwing naar gebeurtenislogboek verzenden |
Hiermee geeft u op of er een waarschuwing moet worden verzonden naar het gebeurtenislogboek wanneer een gebruiker probeert een niet-geautoriseerd bestand op te slaan. |
Logboekvermelding |
Hiermee geeft u een tekstvak weer waarin u de tekst kunt typen van de gebeurtenislogboekvermelding. |
Selecteer de variabele die u in de tekst wilt invoegen |
Hiermee geeft u de beschikbare variabelen weer die u kunt invoegen in de gebeurtenislogboektekst. |
Variabele invoegen |
Hiermee voegt u de weergegeven variabele bij de cursor in de gebeurtenislogboektekst in. |
Tabblad Opdracht
Item | Details |
---|---|
Deze opdracht of dit script uitvoeren |
Hiermee geeft u op of er een opdracht (of script) moet worden uitgevoerd wanneer een gebruiker probeert een niet-geautoriseerd bestand op te slaan. Typ het pad van de opdracht (of klik op Bladeren om het pad te zoeken). |
Opdrachtinstellingen |
Hiermee geeft u een tekstvak weer waarin u, indien nodig, de argumenten voor de opdracht kunt typen. Voorbeelden van opdrachtargumenten zijn de eerder beschreven variabelen voor tekstvakken op het tabblad E-mailbericht en Gebeurtenislogboek. |
Werkmap |
Hiermee opent u het dialoogvenster Werkmap voor opdracht, waarin u de map kunt opgeven waarin de opdracht moet worden uitgevoerd. |
Opdrachtbeveiliging |
Hiermee geeft u het beveiligingsniveau op waarmee de opdracht moet worden uitgevoerd. |
Tabblad Rapport
Item | Details |
---|---|
Rapporten genereren |
Hiermee geeft u op of er rapporten moeten worden gegenereerd wanneer een gebruiker probeert een niet-geautoriseerd bestand op te slaan. |
Selecteer de rapporten die u wilt genereren |
Hiermee geeft u de beschikbare rapporten weer die u kunt genereren. |
Geselecteerde rapporten controleren |
Hiermee opent u het dialoogvenster Geselecteerde rapporten controleren, met een overzicht van de parameters en waarden voor de geselecteerde rapporten. |
E-mail naar de volgende beheerders verzenden |
Hiermee geeft u op of er per e-mail rapporten moeten worden verzonden wanneer een gebruiker probeert een niet-geautoriseerd bestand op te slaan. Geef de e-mailadressen op van de beheerders die de rapporten moeten ontvangen. |
Rapporten verzenden naar de gebruiker die een niet-geautoriseerd bestand probeert op te slaan |
Hiermee geeft u op of er per e-mail rapporten moeten worden verzonden naar het account waarmee de gebruiker was aangemeld toen er werd geprobeerd het bestand op te slaan. |