Met TSecImp importeert u gegevens van lijn- en telefoontoewijzingen vanuit een XML-bestand in het beveiligingsbestand (Tsec.ini) van de telefoonserver. Met deze opdracht kunt u ook de lijst met telefoonserviceproviders en de lijnen en apparaten die daaraan zijn gekoppeld weergeven, de structuur van het XML-bestand valideren zonder de inhoud te importeren en het domeinlidmaatschap controleren van de gebruikers voor wie u machtigingen wilt toevoegen.

Een XML-bestand importeren in het bestand Tsec.ini

Syntaxis

tsecimp -f Bestandsnaam [{-v | -u}]

Parameters
-f Bestandsnaam
Vereist. De naam van het XML-bestand dat de toewijzingsgegevens bevat die u wilt importeren.

-v
De structuur van het XML-bestand wordt gevalideerd zonder dat de gegevens in het bestand Tsec.ini worden geïmporteerd.

-u
Er wordt gecontroleerd of elke gebruiker lid is van het domein dat is opgegeven in het XML-bestand. De computer waarop u deze parameter gebruikt, moet verbinding hebben met het netwerk. Deze parameter kan de opdracht aanzienlijk vertragen als u een grote hoeveelheid gebruikerstoewijzingen verwerkt.

Telefoonserviceproviders met hun lijnen en apparaten weergeven

Syntaxis

tsecimp -d

Parameters
-d
Er wordt een lijst met geïnstalleerde telefoonproviders weergegeven. Voor elke telefoonprovider worden de bijbehorende lijnapparaten weergegeven en ook de IP-adressen en gebruikers die aan elk lijnapparaat zijn gekoppeld.

Structuur van XML-bestand

Het XML-bestand waaruit u de toewijzingsgegevens wilt importeren moet onderstaande structuur hebben.

  • Het UserList-element

    De UserList is het bovenste element van het XML-bestand.

  • Het User-element

    Elk User-element bevat informatie over een gebruiker die lid is van een domein. Aan elke gebruiker kunnen een of meer lijnapparaten zijn toegewezen.

    Ook kan elk User-element een kenmerk met de naam NoMerge hebben. Wanneer dit kenmerk is opgegeven, worden alle huidige lijnapparaattoewijzingen voor de gebruiker verwijderd voordat nieuwe toewijzingen worden gemaakt. Met dit kenmerk kunt u eenvoudig ongewenste gebruikerstoewijzingen verwijderen. Standaard is dit kenmerk niet ingesteld.

    Het User-element moet een enkel DomainUserName-element bevatten met het domein en de gebruikersnaam van de gebruiker. Het User-element mag ook één FriendlyName-element bevatten met een beschrijvende naam voor de gebruiker.

    Het User-element kan één LineList-element bevatten. Als er geen LineList-element aanwezig is, worden alle lijnapparaten voor deze gebruiker verwijderd.

  • Het LineList-element

    Het LineList-element bevat informatie over elke lijn of elk apparaat dat aan de gebruiker is toegewezen. Elk LineList-element kan meerdere Line-elementen bevatten. Als er geen LineList-element aanwezig is, worden alle lijnapparaten voor deze gebruiker verwijderd.

  • Het Line-element

    Met elk Line-element geeft u een lijnapparaat op. U moet elk lijnapparaat opgeven door een Address-element of een PermanentID-element toe te voegen onder het Line-element.

    Voor elk Line-element kunt u het kenmerk Remove instellen. Als u dit kenmerk instelt, is de gebruiker niet langer toegewezen aan dat lijnapparaat. Als dit kenmerk niet is ingesteld, krijgt de gebruiker toegang tot dat lijnapparaat. Er wordt geen fout gerapporteerd als het lijnapparaat niet beschikbaar is voor de gebruiker.

Voorbeeld van syntaxis van XML-bestand

  • De volgende segmenten met XML-code zijn voorbeelden van correct gebruik van de elementen die hierboven zijn gedefinieerd.

    • In de volgende code wordt het kenmerk NoMerge gebruikt om alle lijnapparaten die aan Gebruiker1 zijn toegewezen, te verwijderen.

      <UserList>
        <User NoMerge="1">
          <DomainUser>domain1\user1</DomainUser>
        </User>
      </UserList>
    • In de volgende code wordt het kenmerk NoMerge gebruikt om alle lijnapparaten die aan Gebruiker1 zijn toegewezen, te verwijderen, voordat een lijn met adres 99999 wordt toegewezen door een LineList-element met een enkel Line-element. Aan Gebruiker1 worden geen andere lijnapparaten toegewezen, ook als er eerder wel lijnapparaten waren toegewezen.

      <UserList>
        <User NoMerge="1">
          <DomainUser>domain1\user1</DomainUser>
          <FriendlyName>User1</FriendlyName>
          <LineList>
            <Line>
              <Address>99999</Address>
            </Line>
          </LineList>
        </User>
      </UserList>
    • Met de volgende code wordt een lijnapparaat voor Gebruiker1 toegevoegd zonder eerder toegewezen lijnapparaten te verwijderen.

      <UserList>
        <User>
          <DomainUser>domain1\user1</DomainUser>
          <FriendlyName>User1</FriendlyName>
          <LineList>
            <Line>
              <Address>99999</Address>
            </Line>
          </LineList>
        </User>
      </UserList>
    • Met de volgende code wordt lijnadres 99999 toegevoegd en lijnadres 88888 verwijderd voor Gebruiker1.

      <UserList>
        <User>
          <DomainUser>domain1\user1</DomainUser>
          <FriendlyName>User1</FriendlyName>
          <LineList>
            <Line>
              <Address>99999</Address>
            </Line>
            <Line Remove="1">
              <Address>88888</Address>
            </Line>
          </LineList>
        </User>
      </UserList>
    • Met de volgende code wordt permanent apparaat 1000 toegevoegd en lijn 88888 verwijderd voor Gebruiker1.

      <UserList>
        <User>
          <DomainUser>domain1\user1</DomainUser>
          <FriendlyName>User1</FriendlyName>
          <LineList>
            <Line>
              <PermanentID>1000</PermanentID>
            </Line>
            <Line Remove="1">
              <Address>88888</Address>
            </Line>
          </LineList>
        </User>
      </UserList>
  • De volgende voorbeelduitvoer wordt weergegeven als de opdrachtregeloptie -d is opgegeven om de huidige configuratie van de telefoonserver weer te geven. Voor elke telefoonprovider worden de bijbehorende lijnapparaten weergegeven en ook de adressen en gebruikers die aan elk lijnapparaat zijn gekoppeld.

    NDIS Proxy TAPI Service Provider
            Line: "WAN Miniport (L2TP)"
    Permanent ID: 12345678910
    
    NDIS Proxy TAPI Service Provider
            Line: "LPT1DOMAIN1\User1"
    Permanent ID: 12345678910
    
    Microsoft H.323 Telephony Service Provider
            Line: "H323 Line"
    Permanent ID: 123456
    Addresses:
            BLDG1-TAPI32

Verklaring van de opmaak

Opmaak Betekenis

Cursief

Gegevens die de gebruiker moet opgeven

Vet

Elementen die de gebruiker precies moet typen zoals ze worden weergegeven

Tussen vierkante haakjes ([])

Optionele items

Tussen accolades ({}); keuzemogelijkheden gescheiden door pipes (|). Voorbeeld: {even|oneven}

Een reeks keuzemogelijkheden waaruit de gebruiker er één moet kiezen

Courier font

Code of programma-uitvoer

Aanvullende naslaginformatie


Inhoudsopgave