Scenario 2: stuurprogrammapakketten met filters implementeren om te bepalen welke clients toegang kunnen krijgen tot de verschillende stuurprogrammagroepen

Dit scenario is minder eenvoudig dan scenario 1, omdat u hiervoor de configuratie moet testen totdat de filters op de juiste wijze zijn geconfigureerd voor uw omgeving. Mogelijk moet u meerdere stuurprogrammagroepen met verschillende filtercombinaties maken voordat de juiste configuratie wordt gevonden. Over het algemeen geldt dat hoe complexer uw omgeving is, hoe complexer uw configuratie zal zijn.

Bekende problemen

  • The filter value must exactly match the client hardware or the install image specifications. De twee beschikbare operators voor de meeste filters zijn Gelijk aan en Niet gelijk aan. Als u een waarde opgeeft waarin één teken ontbreekt (als u bijvoorbeeld een punt weglaat), komen de filters niet overeen met de clients zoals was bedoeld. Daarom is het raadzaam meerdere filters te maken, zodat rekening kan worden gehouden met alle gevallen. Maak bijvoorbeeld filters voor Fabrikam, Inc., Fabrikam, enzovoort.

  • Voor het uitvoeren van taken (zoals het verwijderen van een pakket) worden de pakketten doorzocht met behulp van de MMC-module. Tijdens het doorzoeken kan het dialoogvenster korte tijd niet reageren als er veel pakketten op de server aanwezig zijn. In dergelijke gevallen moet u blijven wachten omdat uw aanvraag door de server wordt verwerkt. Daarom wordt u aangeraden niet meer dan 2000 stuurprogrammapakketten tegelijkertijd aan een groep toe te voegen (hoewel er geen officiële limiet geldt).

Stappen voor het implementeren van stuurprogrammapakketten met filters

De eerste stap in dit scenario bestaat uit het maken van stuurprogrammagroepen die filters bevatten. Op basis van de filters wordt bepaald met welke computers toegang tot de stuurprogrammapakketten in die groep kan worden verkregen. U kunt pakketten configureren die moeten worden geïnstalleerd op basis van de hardware van de client (bijvoorbeeld de fabrikant of de leverancier van het BIOS) en op basis van de kenmerken van de Windows-installatiekopie die tijdens de installatie is geselecteerd (bijvoorbeeld de versie of editie). Zo kunt u opgeven dat alleen met de volgende clientcomputers toegang tot een groep kan worden verkregen: 1) clientcomputer die zijn geproduceerd door Fabrikam, Inc. en 2) clientcomputers waarmee tijdens de installatie een installatiekopie van Windows 7 wordt geselecteerd. Na het configureren van de stuurprogrammagroepen voegt u de gewenste pakketten aan de groepen toe, waarna u een computer kunt opstarten en een besturingssysteem kunt installeren.

Stuurprogrammagroepen met filters maken
  1. Open de MMC-module Windows Deployment Services.

  2. Vouw het knooppunt Servers en het knooppunt voor uw Windows Deployment Services-server uit.

  3. Klik met de rechtermuisknop op DriverGroup1 en kies Uitschakelen. U moet DriverGroup1 uitschakelen omdat deze groep (standaard) geen filters bevat en met de groep dus alle pakketten op alle clients worden geïmplementeerd.

  4. Klik met de rechtermuisknop op het knooppunt Stuurprogramma's en kies Stuurprogrammagroep toevoegen.

  5. Typ een naam voor de groep, klik op Volgende en volg de instructies om de gewenste filters toe te voegen. Zie Filters voor stuurprogrammagroepen voor een overzicht van de filters.

  6. Selecteer in het scherm Te installeren pakketten de optie Alleen de stuurprogrammapakketten installeren die overeenkomen met de hardware van de client.

  7. Klik op Volgende en vervolgens op Voltooien.

  8. Herhaal de stappen 3 tot en met 6 totdat u alle gewenste stuurprogrammagroepen hebt gemaakt en geconfigureerd.

Nu u de stuurprogrammagroepen hebt geconfigureerd, kunt u stuurprogrammapakketten aan de groepen toevoegen zoals beschreven in de onderstaande procedure.

Stuurprogrammapakketten toevoegen aan de stuurprogrammagroepen
  1. Klik voor de pakketten die u nog niet aan de server hebt toegevoegd met de rechtermuisknop op het knooppunt Stuurprogramma's, kies Stuurprogrammapakket toevoegen en volg de instructies om het pakket toe te voegen aan een van de groepen die u in de voorgaande procedure hebt gemaakt.

  2. Klik voor de pakketten die al aan de server zijn toegevoegd maar nog niet in de juiste groep zijn opgenomen met de rechtermuisknop op de gewenste stuurprogrammagroep en kies Stuurprogrammapakketten toevoegen aan deze groep.

  3. Doorzoek de pakketten op de server met behulp van de zoekkenmerken en klik vervolgens op Toevoegen om de pakketten toe te voegen aan de groep.

    Opmerking

    U kunt een bepaald pakket aan een groep toevoegen door met de rechtermuisknop op het pakket te klikken en Toevoegen aan of verwijderen uit groepen te kiezen. Configureer het stuurprogrammapakket met behulp van de pijlen in het dialoogvenster en klik vervolgens op Toepassen.

  4. Herhaal de stappen 1 tot en met 3 totdat u alle gewenste pakketten hebt toegevoegd. Klik vervolgens op Sluiten.

  5. U kunt een pakket uit een groep verwijderen door in het rechterdeelvenster met de rechtermuisknop op het gewenste stuurprogrammapakket te klikken. Kies vervolgens Toevoegen aan of verwijderen uit groepen om een overzicht weer te geven van alle groepen waaraan u een pakket kunt toevoegen of waaruit u een pakket kunt verwijderen. U kunt ook klikken op Verwijderen uit deze groep om het pakket direct te verwijderen. Klik met de rechtermuisknop op het pakket en kies Verwijderen als u het pakket van de server wilt verwijderen.

Nu u de stuurprogrammagroepen hebt geconfigureerd en hieraan pakketten hebt toegevoegd, kunt u een client opstarten zoals beschreven in de onderstaande procedure.

De stuurprogrammapakketten en een installatiekopie installeren
  1. Controleer of de hardware (waarvoor u stuurprogrammapakketten wilt installeren) is aangesloten op de clientcomputers.

  2. Start een computer op en installeer een installatiekopie.

  3. Na voltooiing van de installatie opent u op de clientcomputer het onderdeel Apparaatbeheer (via het Configuratiescherm) en controleert u of de juiste apparaatstuurprogramma's zijn geïnstalleerd.


Inhoudsopgave