Met Windows Deployment Services kunt u clientcomputers aan computeraccountobjecten in AD DS (Active Directory Domain Services) koppelen. Dit wordt het voorbereiden van de installatie op clients genoemd. Voor installatie voorbereide clients worden ook wel bekende computers genoemd. Door de installatie voor te bereiden, kunt u accountinstellingen configureren waarmee u de installatie voor de clients kunt beheren. U kunt bijvoorbeeld configureren welk netwerkopstartprogramma en welk bestand voor installatie zonder toezicht op de client worden ontvangen en vanaf welke server het netwerkopstartprogramma door de client wordt gedownload. Voor de computers waarvoor geen installatie is voorbereid (onbekende computers), kunt u het AutoAdd-beleid inschakelen. Met dit beleid wordt aangegeven dat goedkeuring van een beheerder nodig is voordat op onbekende computers een installatiekopie kan worden geïnstalleerd. Zie De installatie voor clientcomputers voorbereiden (https://go.microsoft.com/fwlink/?LinkID=131987 (de pagina is mogelijk Engelstalig)) voor meer informatie.

 StapNaslaginformatie
Selectievakje

Bereid de installatie voor clientcomputers voor in AD DS.

De installatie voor clientcomputers voorbereiden

Selectievakje

Configureer hoe op onbekende clients moet worden gereageerd.

Het AutoAdd-beleid configureren en Het tabblad PXE-antwoord

Selectievakje

Configureer AD DS-instellingen voor clients.

Het tabblad AD DS

Opmerking

Zie Clientcomputers beheren (https://go.microsoft.com/fwlink/?LinkID=115265 (de pagina is mogelijk Engelstalig)) voor een overzicht van de procedures met betrekking tot het AutoAdd-beleid en het voorbereiden van de installatie op clients.


Inhoudsopgave