Machtigingen voor Starter GPO's delegeren voor groepen of gebruikers

  1. Open de console Groepsbeleidsbeheer. Vouw het knooppunt Starter GPO's uit.

  2. Klik op het Starter GPO dat u wilt delegeren.

  3. Klik in het resultatenvenster op het tabblad Delegeren.

  4. Klik op Toevoegen.

  5. Klik in het dialoogvenster Gebruikers, computers of groepen selecteren op Objecttypen, selecteer de objecttypen waarvoor u machtigingen voor Starter GPO's wilt toevoegen en klik vervolgens op OK.

  6. Klik op Locaties, selecteer Gehele Active Directory of het domein of de organisatie-eenheid met het object waarvoor u machtigingen voor Starter GPO's wilt toevoegen en klik vervolgens op OK.

  7. Typ in het vak Geef de namen van de objecten op de naam van het object waarvoor u machtigingen voor Starter GPO's wilt toevoegen. Voer hiervoor een van de volgende handelingen uit:

    • Typ de naam als u deze kent en klik vervolgens op OK.

    • Klik op Geavanceerd als u de naam wilt zoeken. Typ de zoekcriteria, klik op Nu zoeken en selecteer de naam in de keuzelijst. Klik vervolgens op OK en nogmaals op OK.

  8. Selecteer in het vak Machtigingen van het dialoogvenster Groep of gebruiker toevoegen de juiste machtigingen in de vervolgkeuzelijst en klik op OK.


Inhoudsopgave