Met de servicevoorkeursextensie kunt u bestaande services configureren op computers door gebruik te maken van een servicevoorkeursitem. Voordat u een servicevoorkeursitem maakt, moet u kijken welk gedrag hoort bij elk van de bij deze extensie behorende actietypen.

Een service-item maken

Een nieuw servicevoorkeursitem maken
  1. Open de Console Groepsbeleidsbeheer. Klik met de rechtermuisknop op het groepsbeleidsobject (GPO) waaraan u het nieuwe voorkeursitem wilt toevoegen en klik op Bewerken.

  2. Vouw in de consolestructuur, onder Computerconfiguratie, de map Voorkeuren uit en vouw de map Instellingen van Configuratiescherm uit.

  3. Klik met de rechtermuisknop op het knooppunt Services, wijs Nieuw aan selecteer Service.

  4. Selecteer in het dialoogvenster Nieuwe service-eigenschappen een Actie die door groepsbeleid moet worden uitgevoerd. (Zie 'Serviceacties' in dit onderwerp voor meer informatie.)

  5. Voer de service-instellingen in die door groepsbeleid moeten worden geconfigureerd of verwijderd. (Zie 'Service-instellingen' in dit onderwerp voor meer informatie.)

  6. Klik op de tab Algemeen, configureer eventuele opties en typ vervolgens uw opmerkingen in het vak Beschrijving. (Zie Algemene opties configureren voor meer informatie.)

  7. Klik op OK. Het nieuwe voorkeursitem wordt in het detailvenster weergegeven.

Service-acties

Geen wijziging

Als u deze actie gebruikt, blijft de uitvoeringsstatus van de named service ongewijzigd.

Service starten

Met deze actie start u de named service. Deze actie heeft geen effect als de named service momenteel wordt uitgevoerd.

Service stoppen

Met deze actie beëindigt u de named service. Deze actie heeft geen effect als de named service beëindigd is.

Service opnieuw starten

Gebruik deze actie om de named service te stoppen en opnieuw te starten.

Service indien nodig opnieuw opstarten

Gebruik deze actie om de named service te stoppen en opnieuw op te starten als er sprake is van een configuratieactie waarvoor het nodig is opnieuw te starten.

Opmerking

Een service wordt gestart en gestopt nadat de voorkeursextensie alle andere configuratie-instellingen heeft verwerkt. Hierdoor kunnen services niet (opnieuw) worden gestart als de opstartmodus uitgeschakeld is.

Service-instellingen

Opstarten

Kies het opstarttype voor de service.

  • Geen wijziging: gebruik deze instelling als u het opstarttype niet wilt wijzigen.

  • Automatisch: gebruik deze instelling om de service zodanig te configureren dat deze automatisch wordt gestart tijdens het opstart- en aanmeldproces.

  • Uitgeschakeld. gebruik deze instelling om de service uit te schakelen. Als de service is uitgeschakeld kan deze niet meer worden gestart.

  • Automatisch (vertraagd starten): gebruik deze instelling om de service zodanig te configureren dat deze automatisch wordt gestart tijdens het opstart- en aanmeldproces. Tijdens het aanmelden wordt het opstarten van de service korte tijd vertraagd. Dit heeft een gunstige uitwerking op het aanmeldproces.

Servicenaam

Typ de unieke naam voor de service, of klik op Bladeren (…) om een service te selecteren in een lijst van op de huidige computer geïnstalleerde services.

Belangrijk

De unieke naam van een service komt niet altijd overeen met de weergavenaam van de service. De unieke naam van de service Server is bijvoorbeeld LanmanServer.

Wachttime-out als service vergrendeld is

Voer een in seconden uitgedrukte time-outwaarde in voor de periode dat de voorkeursextensie wacht met het schrijven van configuratiegegevens als de service wordt vergrendeld, of vanuit de status stoppen, starten of opnieuw starten overgaat in een andere status.

Aanmelden als: Geen wijziging

Gebruik deze instelling om de eerder geconfigureerde aanmeldingsreferenties van de service ongewijzigd te laten.

Aanmelden als: Lokaal systeemaccount

Gebruik deze instelling om de aanmeldingsreferenties van de service te wijzigen in die van het lokale systeemaccount.

Service kan interactief met bureaublad worden uitgevoerd

Schakel dit selectievakje in om interactie tussen de service en het bureaublad mogelijk te maken. Deze instelling is pas beschikbaar als u op de optie Lokaal systeemaccount hebt geklikt.

Aanmelden als: Dit account

Gebruik deze instelling om de aanmeldingsreferenties van de service te wijzigen in die van een specifieke lokale gebruiker of domeingebruiker. De instellingen Dit account en Wachtwoord zijn pas beschikbaar nadat u op deze optie hebt geklikt.

Dit account

Geef de gebruikersnaam op die u gebruikt voor de aanmeldingsreferenties van de service. U kunt de naam typen of op Bladeren (…) klikken.

Wachtwoord

Typ het wachtwoord dat wordt gebruikt voor de verificatie van de gebruiker. Typ hetzelfde wachtwoord in het vak Wachtwoord bevestigen.

Beveiliging Opmerking

Voor dit wachtwoord wordt 256 bitsversleuteling met het AES-algoritme (Advanced Encryption Standard) gebruikt. Het wachtwoord wordt als onderdeel van het groepsbeleidobject opgeslagen in SYSVOL. Het wachtwoord moet regelmatig worden gewijzigd en mag niet als enige beveiligingsmethode voor gevoelige gegevens worden gebruikt.

Herstelacties

Configureren hoe de computer reageert als de service na één, twee of meer pogingen mislukt.

Geen wijziging

Gebruik deze instelling als u de herstelactie als gevolg van het mislukken van een service niet wilt wijzigen. Als deze instelling geselecteerd is, wijzigt de voorkeursextensie de herstelactie niet.

Geen actie ondernemen

Gebruik deze instelling om de service zodanig te configureren dat deze niet reageert op een foutvoorwaarde.

De service opnieuw opstarten

Gebruik deze instelling om de service zodanig te configureren dat dat deze opnieuw wordt opgestart als gevolg van de foutvoorwaarde.

Computer opnieuw opstarten

Gebruik deze instelling om de service zodanig te configureren dat dat computer opnieuw wordt opgestart als gevolg van de foutvoorwaarde.

Herstelinstellingen

Aantal servicefouten opnieuw starten na

Typ het aantal dagen dat moet verstrijken voordat de telling van mislukte services opnieuw wordt ingesteld. Deze instelling is beschikbaar als ten minste één van de herstelacties een andere instelling heeft dan Geen wijziging.

Service starten na

Typ het aantal minuten dat moet verstrijken voordat de mislukte service opnieuw wordt gestart. Deze instelling is uitsluitend beschikbaar als voor ten minste één van de herstelacties De service opnieuw opstarten ingesteld is.

Programma

Typ het volledige pad naar het programma dat moet worden gestart als reactie op de herstelactie Een programma uitvoeren. U kunt ook op Bladeren (…) klikken om naar de toepassing te gaan. Geef in het vak Opdrachtregelparameters aanvullende opdrachtregelargumenten op voor het programma. Deze instelling is uitsluitend beschikbaar als voor ten minste één van de herstelacties Een programma uitvoeren ingesteld is.

Opties voor het opnieuw opstarten van de computer

Klik op Opties voor het opnieuw opstarten van de computer om de wachttijd in te stellen voordat een service opnieuw wordt gestart. U kunt ook een bericht opgeven dat u wilt broadcasten naar netwerkcomputers om gebruikers er alert op te maken dat de computer opnieuw zal worden opgestart.

Aanvullende overwegingen

  • Houd de volgende indeling aan als u een lokaal gebruikersaccount opgeeft op meerdere computers: .\gebruikersnaam.

  • Houd de indeling domein\gebruikersnaam aan voor het opgeven van een domeinaccount.

  • Voor alle gebruikersaccountnamen is een wachtwoord vereist, behalve voor accounts waarvoor het domeingedeelte van de gebruikersreferenties begint met NT AUTHORITY.

  • U kunt doelitems gebruiken om het bereik van voorkeursitems te wijzigen.

  • Voorkeursitems zijn alleen beschikbaar in op domeinen gebaseerde groepsbeleidsobjecten.

Aanvullende naslaginformatie


Inhoudsopgave