De voorkeursextensie Printers stelt u in staat om via voorkeursitems van het type Lokale printer lokale printers te maken, configureren en verwijderen. Voordat u een voorkeursitem van het type Lokale printer maakt, moet u nagaan welk gedrag hoort bij elk van de bij deze extensie behorende actietypen.

Een voorkeursitem van het type Lokale printer maken

Een nieuw voorkeursitem van het type Lokale printer maken

  1. Open de Console Groepsbeleidsbeheer. Klik met de rechtermuisknop op het groepsbeleidsobject (GPO) waaraan u het nieuwe voorkeursitem wilt toevoegen en klik op Bewerken.

  2. Vouw in de consolestructuur, onder Computerconfiguratie of Gebruikersconfiguratie, de map Voorkeuren uit en vouw de map Instellingen van Configuratiescherm uit.

  3. Klik met de rechtermuisknop op het knooppunt Printers, wijs Nieuw aan en selecteer Lokale printer.

  4. Selecteer in het dialoogvenster Eigenschappen van nieuwe lokale printer een Actie die door groepsbeleid moet worden uitgevoerd. (Zie de sectie 'Acties' in dit onderwerp voor meer informatie.)

  5. Voer de lokale printerinstellingen in die door groepsbeleid moeten worden geconfigureerd of verwijderd. (Zie de sectie 'Instellingen van de lokale printer' in dit onderwerp voor meer informatie.)

  6. Klik op de tab Algemeen, configureer eventuele opties en typ vervolgens uw opmerkingen in het vak Beschrijving. (Zie Algemene opties configureren voor meer informatie.)

  7. Klik op OK. Het nieuwe voorkeursitem wordt in het detailvenster weergegeven.

Acties

Voor dit type voorkeursitem hebt u keuze uit vier acties: Maken, Vervangen, Bijwerken en Verwijderen. Het gedrag van het voorkeursitem is afhankelijk van de geselecteerde actie en van het wel of niet reeds bestaan van de printerverbinding.

Maken

Een nieuwe lokale printer maken. Als er al een lokale printer met dezelfde naam aanwezig is, wordt deze niet gewijzigd.

Verwijderen

Een lokale printer met dezelfde naam verwijderen. De extensie voert geen actie uit als de lokale printer niet bestaat.

Belangrijk

Deze actie verwijdert het printerstuurprogramma niet. Alleen de lokale printer wordt verwijderd.

Vervangen

De lokale printer verwijderen en opnieuw maken. Het resultaat van de actie Vervangen is dat alle bestaande instellingen die bij de lokale printer horen, worden overschreven. Als de lokale printer niet bestaat, maakt u met de actie Vervangen een nieuwe lokale printer.

Bijwerken

De naam van een lokale printer wijzigen of aanpassen. Het verschil met de actie Vervangen is dat uitsluitend binnen het voorkeursitem gedefinieerde instellingen worden bijgewerkt. Alle andere instellingen blijven zoals deze eerder werden geconfigureerd. Als de lokale printer niet bestaat, maakt u met de actie Bijwerken een nieuwe lokale printer.

Instellingen van de lokale printer

Verbindingsnaam

Typ de naam van de desbetreffende lokale printer. Als de lokale printer niet bestaat, maakt de voorkeursextensie een nieuwe lokale printer met deze naam. Als de printer wel bestaat, richt de voorkeursextensie de desbetreffende actie op de lokale printer met deze naam. Druk op F3 om een lijst weer te geven met variabelen waaruit u kunt kiezen.

Poort

Kies een lokale poort uit de weergegeven lijst of typ de naam van de lokale poort.

Printerpad

Geef het volledige UNC-pad van een gedeelde printerverbinding op. U kunt het pad typen of op Bladeren (…) klikken. De voorkeursextensie gebruikt deze gedeelde verbinding als installatiebron voor het printerstuurprogramma. De printer moet fysiek met het werkstation zijn verbonden.

Deze printer instellen als standaardprinter

Schakel dit selectievakje in om de lokale printer in te stellen als de standaardprinter in Windows voor de huidige gebruiker.

Locatie

Typ een beschrijving voor de locatie van de printer. Deze informatie wordt weergegeven in het vak Locatie van de printer. Druk op F3 om een lijst weer te geven met variabelen waaruit u kunt kiezen.

Opmerking

Typ tekst met aanvullende informatie over de printer. Deze informatie wordt weergegeven in het vak Opmerking van de printer. Druk op F3 om een lijst weer te geven met variabelen waaruit u kunt kiezen.

Aanvullende overwegingen

  • U kunt doelitems gebruiken om het bereik van voorkeursitems te wijzigen.

  • Voorkeursitems zijn alleen beschikbaar in op domeinen gebaseerde groepsbeleidsobjecten.

Aanvullende naslaginformatie

Inhoudsopgave