Wanneer u machtigingen hebt ingesteld voor een bovenliggende map, worden de machtigingen overgenomen door bestanden en submappen die in de map worden gemaakt. Als u niet wilt dat voor nieuwe bestanden en submappen de machtigingen worden overgenomen, selecteert u Alleen deze map in het vak Toepassen op wanneer u speciale machtigingen instelt voor de bovenliggende map. Speciale machtigingen zijn toegankelijk via het tabblad Machtigingen. Als u voor bepaalde bestanden of submappen wilt voorkomen dat machtigingen worden overgenomen, klikt u met de rechtermuisknop op het bestand of de submap en klikt u vervolgens op Eigenschappen en op het tabblad Beveiliging. Vervolgens klikt u op Geavanceerd en schakelt u het selectievakje Overneembare machtigingen van het bovenliggende object opnemen uit.

Als de selectievakjes Toestaan of Weigeren bij een machtiging grijs worden weergegeven, heeft het bestand of de map machtigingen overgenomen van de bovenliggende map. Er zijn drie manieren waarop u overgenomen machtigingen kunt wijzigen:

  • Schakel het selectievakje van de tegenovergestelde machtiging in (Toestaan of Weigeren) om de overgenomen machtiging op te heffen.

  • Schakel het selectievakje Overneembare machtigingen van het bovenliggende object opnemen uit. U kunt nu de machtigingen wijzigen of de gebruiker of groep uit de lijst met machtigingen verwijderen. Voor het bestand of de map worden echter geen machtigingen van de bovenliggende map meer overgenomen.

  • Wijzig de bovenliggende map, waarna de nieuwe machtigingen worden overgenomen door het bestand of de map.

In de meeste gevallen wordt Toestaan overschreven door Weigeren, tenzij voor een map tegengestelde instellingen van verschillende bovenliggende objecten worden overgenomen. In dat geval krijgt die instelling voorrang die wordt overgenomen van het bovenliggende object dat het dichtst bij het object in de substructuur ligt.


Inhoudsopgave