COM+ is een uitbreiding van het model voor het programmeren van onderdelen. Met COM+ kunt u nuttige functies toevoegen aan een geconfigureerd onderdeel. De toegevoegde functionaliteit omvat op functies gebaseerde beveiliging, plaatsing in de wachtrij, recycling van processen en toegankelijkheid via SOAP (Simple Object Access Protocol).

Een groot aantal taken die door systeembeheerders worden uitgevoerd, hebben betrekking op:

  • Het installeren van servertoepassingen op testcomputers en productiecomputers.

  • Het installeren van toepassingsproxy's op clientcomputers.

  • Het verwijderen of bijwerken van toepassingen.

Beheerders kunnen deze taken uitvoeren met de module Component Services. Beheerders kunnen deze taken ook automatiseren via de WSH (Windows Script Host). Het installeren van een COM+-toepassing houdt meestal in dat er met onderdelen en vooraf gebouwde COM+-toepassingen wordt gewerkt op een testcomputer waarmee de toepassing wordt ontwikkeld en getest. Zie Informatie over het installeren van COM+-toepassingen voor meer informatie over testcomputers.

Wijs gebruikers of groepen toe aan de functie Administrator voordat u begint met het installatieproces. Zie Beheerbeveiliging instellen voor meer informatie.

Zie het onderwerp over COM+ (Component Services) (https://go.microsoft.com/fwlink/?LinkId=66575) voor taken in verband met het beheer van COM+-toepassingen die niet in deze in deze sectie worden vermeld.

In de volgende onderwerpen vindt u concepten en procedures voor installatietaken van COM+-toepassingen die u mogelijk moet uitvoeren.


Inhoudsopgave