U kunt de beveiligingsvereisten configureren voor gedistribueerde transacties waaraan de computer deelneemt. De standaardbeveiligingsinstellingen staan uw computer niet toe om deel te nemen aan externe gedistribueerde transacties.
Belangrijk | |
|
Als u deze procedure wilt uitvoeren, moet u minimaal lid zijn van de groep Administrators of een vergelijkbare groep.
DTC-beveiliging configureren om alleen lokale transacties toe te staan |
Open Component Services.
Dubbelklik in de module Component Services op Computers, Computernaam en Distributed Transaction Coordinator.
Klik met de rechtermuisknop op Lokale DTC en klik achtereenvolgens op Eigenschappen en op het tabblad Beveiliging.
Schakel onder Beveiligingsinstellingen het selectievakje DTC-netwerktoegang uit.
Ga verder met het configureren van beveiligingsinstellingen of klik op OK.
Aanvullende overwegingen
-
Component Services maakt geen deel meer uit van Systeembeheer. Als u Component Services wilt openen, klikt u op Start. Typ dcomcnfg in het zoekvak en druk op ENTER.
DTC-beveiliging configureren om een externe transactiecoördinator te gebruiken |
Open Component Services.
Dubbelklik in de module Component Services op Computers, Computernaam en Distributed Transaction Coordinator.
Klik met de rechtermuisknop op Lokale DTC en klik achtereenvolgens op Eigenschappen en op het tabblad Beveiliging.
Schakel onder Beveiligingsinstellingen het selectievakje DTC-netwerktoegang in.
Schakel onder Communicatie met transactiebeheer de selectievakjes Inkomend verkeer toestaan en Uitgaand verkeer toestaan in.
Selecteer een verificatieniveau voor DTC-communicatie. Wederzijdse verificatie is vereist is het veiligste niveau.
Ga verder met het configureren van beveiligingsinstellingen of klik op OK.
Aanvullende overwegingen
-
Component Services maakt geen deel meer uit van Systeembeheer. Als u Component Services wilt openen, klikt u op Start. Typ dcomcnfg in het zoekvak en druk op ENTER.
Externe transacties coördineren |
Open Component Services.
Dubbelklik in de module Component Services op Computers, Computernaam en Distributed Transaction Coordinator.
Klik met de rechtermuisknop op Lokale DTC en klik achtereenvolgens op Eigenschappen en op het tabblad Beveiliging.
Schakel onder Beveiligingsinstellingen het selectievakje DTC-netwerktoegang in.
Schakel onder Client en beheer het selectievakje Externe clients toestaan in.
Schakel onder Communicatie met transactiebeheer de selectievakjes Inkomend verkeer toestaan en Uitgaand verkeer toestaan in.
Selecteer een verificatieniveau voor DTC-communicatie. Wederzijdse verificatie is vereist is het veiligste niveau.
Ga verder met het configureren van beveiligingsinstellingen of klik op OK.
Aanvullende overwegingen
-
Component Services maakt geen deel meer uit van Systeembeheer. Als u Component Services wilt openen, klikt u op Start. Typ dcomcnfg in het zoekvak en druk op ENTER.
Het DTC-aanmeldingsaccount wijzigen |
Open Component Services.
Dubbelklik in de module Component Services op Computers, Computernaam en Distributed Transaction Coordinator.
Klik met de rechtermuisknop op Lokale DTC en klik achtereenvolgens op Eigenschappen en op het tabblad Beveiliging.
Voer onder DTC-aanmeldingsaccount het account in waaronder de DTC wordt uitgevoerd, of klik op Bladeren om de accountnaam te zoeken. Typ en bevestig het wachtwoord voor dit account.
Klik op OK.
Aanvullende overwegingen
-
Component Services maakt geen deel meer uit van Systeembeheer. Als u Component Services wilt openen, klikt u op Start. Typ dcomcnfg in het zoekvak en druk op ENTER.