Met het Component Object Model (COM) is het mogelijk om functionaliteit te integreren in een COM-toepassing die door een groot aantal verschillende toepassingen opnieuw kan worden gebruikt. Dankzij DCOM-technologie kan vanaf verschillende computers via een netwerk toegang worden verkregen tot een COM-toepassing.

Meestal bevinden COM- en COM+-onderdelen zich binnen DLL's (Dynamic Link Libraries) of uitvoerbare bestanden (.EXE). U kunt deze onderdelen installeren op een clientcomputer of op een externe computer. Wanneer u deze onderdelen op een externe computer installeert, wordt de aanroep gedaan door DCOM, dat is gebaseerd op RPC's (Remote Procedure Call's).

Zie het onderwerp over DCOM (https://go.microsoft.com/fwlink/?LinkId=66689) voor taken met betrekking tot het beheer van DCOM-toepassingen die hier niet worden weergegeven (pagina is mogelijk Engelstalig).


Inhoudsopgave