Taak | Naslag |
---|---|
Begrippen doornemen over beheer van gedistribueerde transacties. |
|
De standaardtransactiecoördinator configureren om het DTC-transactiebeheer (Distributed Transaction Coordinator) van een extern systeem (niet de lokale computer) te gebruiken. |
|
Achtergrondtracering beheren door uitvoeropties en opties voor logboekregistratie te selecteren. |
|
De grootte of locatie van het DTC-logboekbestand wijzigen. |
|
DTC-beveiliging configureren om alleen lokale transacties toe te staan of om een externe transactiecoördinator te gebruiken. |
|
Externe transacties coördineren. |