Als u regelmatig een set rapporten wilt genereren, plant u een rapporttaak. Met de rapporttaak geeft u op welke rapporten er moeten worden gegenereerd en welke parameters er moeten worden gebruikt, over welke volumes en mappen er moet worden gerapporteerd, hoe vaak de rapporten moeten worden gegenereerd en in welke bestandsindelingen ze moeten worden opgeslagen.

Geplande rapporten worden opgeslagen op een standaardlocatie die u kunt opgeven in het dialoogvenster Opties van Bestandsserverbronbeheer. U kunt er ook voor kiezen de rapporten per e-mail te verzenden naar een groep beheerders.

Opmerking

Als u de invloed van de verwerking van rapporten op de prestaties wilt minimaliseren, genereert u meerdere rapporten in dezelfde planning zodat de gegevens slechts eenmaal worden verzameld. Als u snel rapporten wilt toevoegen aan bestaande rapporttaken, kunt u de actie Rapporten voor een rapporttaak toevoegen of verwijderen gebruiken. Zo kunt u rapporten uit meerdere rapporttaken toevoegen of verwijderen en de rapportparameters bewerken. Als u planningen of bezorgingsadressen wilt wijzigen, moet u afzonderlijke rapporttaken bewerken.

Een rapporttaak plannen
  1. Klik op het knooppunt Beheer van opslagrapporten.

  2. Klik met de rechtermuisknop op Beheer van opslagrapporten en klik vervolgens op Nieuwe rapporttaak plannen (of selecteer Nieuwe rapporttaak plannen in het deelvenster Acties). Op die manier opent u het dialoogvenster Eigenschappen voor opslagrapporttaken.

  3. Volumes of mappen selecteren waarvoor u rapporten wilt genereren:

    • Klik op Toevoegen bij Bereik.

    • Blader naar het volume of de map waarvoor u de rapporten wilt genereren, selecteer dit volume of deze map en klik op OK om het pad aan de lijst toe te voegen.

    • Voeg zoveel volumes of mappen als u wilt toe om op te nemen in de rapporten. (Als u een volume of map wilt verwijderen, klikt u op het pad en klikt u vervolgens op Verwijderen.)

  4. Opgeven welke rapporten u wilt genereren:

    Selecteer bij Rapportgegevens elk rapport dat u wilt opnemen. Standaard worden alle rapporten gegenereerd voor een geplande rapporttaak.

    De parameters van een rapport bewerken:

    • Klik op het rapportlabel en klik op Parameters bewerken.

    • Bewerk in het dialoogvenster Rapportparameters eventueel de parameters en klik op OK.

    Als u een lijst met parameters wilt weergeven voor alle geselecteerde rapporten, klikt u op Geselecteerde rapporten controleren. Klik vervolgens op Sluiten.

  5. De indelingen opgeven voor het opslaan van de rapporten:

    Selecteer bij Rapportindelingen een of meer indelingen voor de geplande rapporten. Rapporten worden standaard gegenereerd in DHTML (Dynamic HTML). U kunt ook HTML, XML, CSV of een tekstindeling selecteren.

    De rapporten worden opgeslagen op de standaardlocatie voor geplande rapporten.

  6. Kopieën van de rapporten e-mailen naar beheerders:

    Schakel het selectievakje Rapporten naar de volgende beheerders verzenden op het tabblad Verzending in en geef vervolgens de namen op van de beheerdersaccounts waar u rapporten naartoe wilt sturen. Gebruik de notatie account@domain en gebruik puntkomma's om meerdere accounts van elkaar te scheiden.

  7. De rapporten plannen:

    Klik op Schema maken op het tabblad Schema en klik op Nieuw in het dialoogvenster Schema. Zo geeft u een standaardschema weer dat is ingesteld op elke dag om 9:00 uur. U kunt het standaardschema echter aanpassen.

    • Als u een frequentie wilt opgeven voor het genereren van de rapporten, selecteert u een interval in de vervolgkeuzelijst Taak plannen.

      U kunt dagelijkse, wekelijkse of maandelijkse rapporten plannen, of de rapporten slechts eenmaal genereren. U kunt ook rapporten genereren bij het opstarten van het systeem of het aanmelden bij het systeem, of wanneer de computer gedurende een bepaalde tijd inactief is.

    • Als u extra planningsinformatie wilt opgeven voor het gekozen interval, past u de waarden in de opties Taak plannen aan of stelt u deze waarden in.

      Deze opties zijn afhankelijk van het interval dat u kiest. Voor een wekelijks rapport kunt u bijvoorbeeld het aantal weken tussen rapporten opgeven, en op welke dagen van de week de rapporten moeten worden gegenereerd.

    • Als u het tijdstip wilt opgeven waarop u het rapport wilt genereren, typt of selecteert u de waarde in het vak Starttijd.

    • Als u toegang wilt hebben tot extra planningsopties (waaronder een start- en einddatum voor de taak), klikt u op Geavanceerd.

    • Als u het schema wilt opslaan, klikt u op OK.

    Als u een extra schema wilt maken voor een taak (of een bestaand schema wilt aanpassen), klikt u op Schema bewerken op het tabblad Schema.

  8. Als u de rapporttaak wilt opslaan, klikt u op OK.

De rapporttaak wordt toegevoegd aan het knooppunt Beheer van opslagrapporten. Taken worden geïdentificeerd door de rapporten die moeten worden gegenereerd, de naamruimte waarover moet worden gerapporteerd en het rapportschema.

Bovendien kunt u de huidige status van het rapport weergeven (wordt het rapport uitgevoerd of niet), de laatste uitvoeringstijd en het resultaat van die uitvoering, en de volgende geplande uitvoeringstijd.


Inhoudsopgave