De waarde van de standaardberichttekst is de grootte van de buffer die de Message Queuing Triggers-service toewijst aan een binnenkomend bericht. U kunt deze waarde het beste instellen op een waarde die geschikt is voor 90% van alle berichten die naar verwachting zullen binnenkomen in gecontroleerde wachtrijen. Als u deze waarde te klein instelt, wordt de service gedwongen deze buffers voor elk bericht opnieuw toe te wijzen. Als u de waarde te hoog instelt, wordt er te veel geheugen voor toegewezen.

Standaardconfiguratiewaarden voor triggers wijzigen

Standaardconfiguratiewaarden voor een trigger wijzigen
  1. Open Computerbeheer.

  2. Dubbelklik in de consolestructuur op Message Queuing en klik met de rechtermuisknop op Triggers.

    Waar

    • Computerbeheer/Services en toepassingen/Message Queuing/Triggers

  3. Klik op Eigenschappen en geef de gewenste waarden op voor Oorspronkelijk aantal threads, Maximum aantal threads en Grootte van standaardberichthoofdtekst.

Aanvullende overwegingen

  • Als u Computerbeheer wilt openen in Windows® 7, klikt u op Start, klikt u met de rechtermuisknop op Computer en klikt u vervolgens op Beheren.

  • Als u Computerbeheer wilt openen in Windows Server® 2008 R2, klikt u achtereenvolgens op Start, Alle programma's, Systeembeheer en Computerbeheer.

  • Alle configuratiegegevens, triggerdefinities en regeldefinities worden opgeslagen in het lokale register.

Aanvullende naslaginformatie


Inhoudsopgave