Het onderdeel DHCP Relay-agent verstuurt DHCP-berichten tussen DHCP-clients en DHCP-servers in verschillende IP-netwerken. Omdat DHCP een protocol op basis van broadcasts is, worden de pakketten standaard niet via routers verstuurd. Een DHCP Relay-agent ontvangt DHCP-broadcasts in het subnet en stuurt deze door naar het opgegeven IP-adres in een ander subnet. De DHCP Relay-agent is compatibel met RFC 1542, 'Clarifications and Extensions for the Bootstrap Protocol'. Voor elk IP-netwerksegment dat DHCP-clients bevat, is een DHCP-server of een computer die optreedt als DHCP Relay-agent vereist.
Opmerking | |
U kunt het onderdeel DHCP Relay-agent niet gebruiken op een computer waarop de DHCP-service, het onderdeel NAT-routeringsprotocol (Network Address Translation) met automatische adressering ingeschakeld of Internetverbinding delen (ICS) wordt uitgevoerd. |
Lidmaatschap van de lokale groep Administrators , of daaraan gelijk, is minimaal vereist om deze procedure te voltooien.
De IPv4 DHCP Relay-agent configureren |
Vouw IPv4 uit in de MMC-module Routering en RAS en klik vervolgens op DHCP Relay-agent.
Voeg de netwerkinterfaces toe waarop de server DHCP-aanvragen kan ontvangen die u naar de DHCP-server wilt verzenden. Klik met de rechtermuisknop op DHCP Relay-agent, klik op Nieuwe interface, selecteer de juiste netwerkinterface en klik op OK.
Selecteer DHCP-pakketten doorgeven in het dialoogvenster Eigenschappen voor DHCP Relay en klik vervolgens op OK.
Klik in het navigatievenster met de rechtermuisknop op DHCP Relay-agent en klik vervolgens op Eigenschappen.
Voer op het tabblad Algemeen het IPv4-adres in van de DHCP-servers waaraan u DHCP-services voor de clients van de RRAS-server wilt leveren, klik op Toevoegen en klik vervolgens op OK.
Aanvullende naslaginformatie
- RRAS configureren
RRAS en DHCP (https://go.microsoft.com/fwlink/?linkid=140605). (Deze pagina is mogelijk Engelstalig.)