Gebruik dit tabblad om elementaire RIP-instellingen (Routing Information Protocol) voor de interface te configureren, waaronder de operationele RIP-modus en de versie van RIP die wordt gebruikt.

Onderdeel van dialoogvensterBeschrijving

Bewerkingsmodus

Geeft de beschikbare bewerkingsmodi weer. U kunt een van twee bewerkingsmodi selecteren:

  • In de modus Autostatische updates worden alleen RIP-meldingen verzonden wanneer andere routers om een update vragen. Routes die via RIP worden aangeleerd terwijl de modus Autostatische updates is geactiveerd, worden gemarkeerd als statische routes wanneer ze in de routeringstabel worden opgeslagen. Als u de router start en stopt of als RIP wordt uitgeschakeld, blijven deze routes in de routeringstabel aanwezig totdat ze handmatig worden verwijderd. De modus Autostatische updates is de standaardmodus voor bellen-op-verzoek-interfaces.

  • In de modus Periodieke updates worden regelmatig RIP-meldingen verzonden, zoals is opgegeven in Interval voor periodieke meldingen op het tabblad Geavanceerd. Routes die via RIP worden aangeleerd terwijl de modus Periodieke updates is geactiveerd, worden gemarkeerd als RIP-routes en worden verwijderd als de router wordt gestopt en opnieuw gestart. De modus Periodieke updates is de standaardmodus voor LAN-interfaces (Local Area Network).

Protocol voor uitgaand pakket

Geeft een lijst weer met de beschikbare protocollen voor uitgaande RIP-meldingen. U kunt de volgende protocollen gebruiken om routemeldingen te verzenden via de interface:

  • Broadcast RIP-versie 1: RIP-versie 1-meldingen worden verzonden als broadcasts.

  • Broadcast RIP-versie 2: RIP-versie 2-meldingen worden verzonden als broadcasts. Als u werkt met een gecombineerde omgeving met RIP-versie 1 en 2, selecteert u dit protocol.

  • Multicast RIP-versie 2: RIP-versie 2-meldingen worden verzonden als multicasts. Selecteer dit protocol alleen als alle naburige RIP-routers in het netwerk dat met deze interface is verbonden, eveneens RIP-versie 2-routers zijn die zijn geconfigureerd voor RIP-versie 2. Een RIP-versie 1-router kan geen RIP-versie 2 multicast-melding verwerken.

  • Silent RIP: hiermee worden uitgaande RIP-meldingen voor deze interface uitgeschakeld. In de stille modus luistert de computer naar RIP-meldingen en wordt de routeringstabel bijgewerkt, maar meldt de computer niet de eigen routes.

Protocol voor binnenkomend pakket

Geeft een lijst weer met de beschikbare protocollen voor binnenkomende RIP-meldingen. U kunt de volgende protocollen gebruiken om RIP-pakketten te ontvangen van andere routers:

  • Binnenkomende pakketten negeren: meldingen worden genegeerd. Selecteer deze optie als u een router wilt die routes alleen meldt.

  • RIP-versie 1 en 2: accepteert meldingen van beide typen.

  • Alleen RIP-versie 1: accepteert alleen RIP-versie 1-meldingen.

  • Alleen RIP-versie 2: accepteert alleen RIP-versie 2-meldingen.

Toegevoegde kosten voor routes

De kosten die verbonden zijn aan het verzenden van pakketten via deze interface. Typ een waarde of klik op de pijlen om een nieuwe waarde te selecteren. Wanneer routes aan de routeringstabel worden toegevoegd, wordt dit cijfer toegevoegd aan het aantal hops dat wordt geadverteerd in het RIP-bericht. Standaard staat deze waarde op 1 om de extra hops aan te geven die worden gemaakt door de ontvangende router. Als u hogere kosten wilt koppelen aan de route, stelt u een hogere waarde in (bijvoorbeeld in geval van een route met veel verkeer die u alleen wilt gebruiken als andere routes niet beschikbaar zijn). De totale kosten/het totale aantal hops voor de meest afgelegen knooppunten in het IP-netwerk, mogen de waarde 15 niet overschrijden.

Label voor aangekondigde routes

Een labelnummer voor de routes die in deze interface worden geadverteerd. Gebruik deze optie als u wilt dat alle pakketten die via deze interface worden verzonden, een label opnemen in RIP-versie 2-meldingen.

Verificatie inschakelen

Hiermee geeft u op of u verificatie via een niet-versleuteld wachtwoord wilt inschakelen voor RIP-versie 2-meldingen via deze interface. Alle binnenkomende en uitgaande RIP-versie 2-pakketten moeten hetzelfde niet-versleutelde wachtwoord bevatten. U moet deze optie dus inschakelen voor alle routers die met deze interface zijn verbonden en voor alle routers hetzelfde wachtwoord configureren. Deze optie biedt een identificatiemethode en is geen beveiligingsoptie.

Wachtwoord

Een wachtwoord met een lengte van 1 tot 16 tekens. Dit wachtwoord wordt als niet-versleutelde tekst verzonden in het RIP-versie 2-bericht voor verificatie tussen naburige RIP-versie 2-routers.

Aanvullende naslaginformatie


Inhoudsopgave