De replicatietopologie bestaat uit de logische verbindingen waarmee bestanden via DFS-replicatie worden gerepliceerd tussen servers. Houd er bij het kiezen van een topologie rekening mee dat er twee éénrichtingsverbindingen worden gemaakt tussen de gekozen leden. Via deze twee verbindingen kunnen gegevens in beide richtingen worden verzonden.

Een replicatietopologie maken
  1. Klik op Start, wijs Systeembeheer aan en klik op DFS-beheer.

  2. Klik in de consolestructuur onder het knooppunt Replicatie met de rechtermuisknop op de replicatiegroep waarvoor u een nieuwe topologie wilt maken en klik op Nieuwe topologie.

  3. Volg de instructies in de wizard Nieuwe topologie om een van de volgende topologieën te kiezen:

    • Hub en spoke. Voor deze topologie zijn drie of meer leden nodig. Kies voor elk spoke-lid een vereist hublid en kies een optioneel tweede hublid voor redundantie. Met deze optionele hub wordt ervoor gezorgd dat er nog steeds via een spoke-lid kan worden gerepliceerd als een van de hubleden niet beschikbaar is. Als u twee hubleden opgeeft, hebben de hubleden onderling een full-mesh topologie.

    • Full mesh. In deze topologie repliceert elk lid met alle andere leden van de replicatiegroep. Deze topologie werkt goed als de replicatiegroep tien of minder leden bevat.

Opmerking

Configuratiewijzigingen worden niet onmiddellijk op alle leden toegepast. De nieuwe configuratie moet naar alle domeincontrollers worden gerepliceerd en alle leden van de replicatiegroep moeten de wijzigingen ophalen bij de dichtstbijzijnde domeincontroller. Hoeveel tijd dit kost, is afhankelijk van de replicatielatentie van AD DS en van het lange pollinginterval (60 minuten) op de leden. Als u configuratiewijzigingen onmiddellijk op wilt vragen, opent u een opdrachtpromptvenster en typt u vervolgens, één keer voor elk lid van de replicatiegroep, de volgende opdracht: dfsrdiag.exe PollAD /Member:DOMAIN\Server1.


Inhoudsopgave