DFS Replication is een efficiënte replicatie-engine met meerdere modellen waarmee u mappen synchroon kunt houden op servers met een netwerkverbinding met beperkte bandbreedte. Dit programma vervangt FRS (File Replication Service) als de replicatie-engine voor DFS-naamruimten en voor het repliceren van de map SYSVOL van Active Directory Domain Services (AD DS) in domeinen waarin het functionele niveau van het Windows Server 2008-domein wordt gebruikt. Zie de Microsoft-website (
Voor DFS Replication wordt een compressiealgoritme gebruikt dat ook wel Remote Differential Compression (RDC) wordt genoemd. Met RDC worden wijzigingen in de gegevens in een bestand gedetecteerd. Daarnaast kunnen hiermee alleen de gewijzigde bestandsblokken worden gerepliceerd, in plaats van het hele bestand.
Als u DFS Replication wilt gebruiken, moet u replicatiegroepen maken en gerepliceerde mappen aan de groepen toevoegen. Replicatiegroepen, gerepliceerde mappen en leden worden weergegeven in de volgende afbeelding.
In deze afbeelding wordt aangegeven dat een replicatiegroep een set servers is, die ook wel leden worden genoemd, die deelneemt aan de replicatie van een of meer gerepliceerde mappen. Een gerepliceerde map is een map die synchroon blijft op elk lid. In de afbeelding zijn er twee gerepliceerde mappen: Projecten en Voorstellen. Wanneer de gegevens in een gerepliceerde map worden gewijzigd, worden de wijzigingen gerepliceerd via verbindingen tussen de leden van de replicatiegroep. De verbindingen tussen alle leden vormen samen de replicatietopologie.
Wanneer u meerdere gerepliceerde mappen maakt in één replicatiegroep, wordt de implementatieprocedure voor gerepliceerde mappen eenvoudiger, omdat de topologie, het schema en de bandbreedtebeperking voor de replicatiegroep worden toegepast op alle gerepliceerde mappen. U kunt extra gerepliceerde mappen implementeren via Dfsradmin.exe of door de instructies in een wizard te volgen om het lokale pad en de machtigingen voor de nieuwe gerepliceerde map te definiëren.
Elke gerepliceerde map heeft unieke instellingen, zoals bestands- en submapfilters, zodat u voor elke gerepliceerde map op verschillende bestanden en submappen kunt filteren.
De gerepliceerde mappen die op elk lid worden opgeslagen, kunnen zich op verschillende volumes in het lid bevinden. De gerepliceerde mappen hoeven geen gedeelde mappen te zijn of deel uit te maken van een naamruimte. Met de module DFS-beheer kunt u echter eenvoudig gerepliceerde mappen delen en deze desgewenst in een bestaande naamruimte publiceren.
U kunt DFS Replication beheren via DFS-beheer, de opdrachten DfsrAdmin
en Dfsrdiag
of scripts waarmee WMI wordt aangeroepen.