Op het tabblad Verbinding kunt u aangeven hoe verbinding moet worden gemaakt met gegevens met behulp van een OLE DB-provider.
Het tabblad Verbinding van het dialoogvenster Eigenschappen van gegevenskoppeling is providerspecifiek en bevat alleen de verbindingseigenschappen die voor een geselecteerde OLE DB-provider zijn vereist. In de verbindingseigenschappen kunt u aangeven waar de gegevens zich bevinden en hoe er verbinding mee moet worden gemaakt. Raadpleeg de documentatie bij elke specifieke OLE DB-provider voor meer informatie.
In de volgende tabel worden de meeste verbindingsopties beschreven.
Optie | Beschrijving | ||
---|---|---|---|
Gegevensbron |
Typ de naam van de gegevensbron waartoe u toegang wilt. Dit is meestal een servernaam. |
||
Locatie |
Typ de locatie van de gegevensbron waartoe u toegang wilt. Dit is meestal een databasenaam. |
||
Geïntegreerde Windows NT-beveiliging gebruiken |
Klik hierop om een verificatieservice te gebruiken om uzelf te identificeren. Als u deze functie wilt gebruiken, moet de OLE DB-provider een verificatieservice ondersteunen. De OLE DB-provider voor SQL Server is een voorbeeld. U moet ook over machtigingen in de gegevensbron beschikken om de verificatieservice te kunnen gebruiken. |
||
Specifieke gebruikersnaam en specifiek wachtwoord gebruiken |
Klik hierop om een opgegeven combinatie van gebruikersnaam en wachtwoord op te geven om uw aanmeldingsinformatie met de gegevensbron te verifiëren. |
||
Gebruikersnaam |
Typ de gebruikers-id die moet worden gebruikt voor de verificatie wanneer u zich aanmeldt bij de gegevensbron. |
||
Wachtwoord |
Typ het wachtwoord dat moet worden gebruikt voor de verificatie wanneer u zich aanmeldt bij de gegevensbron. |
||
Leeg wachtwoord |
Hiermee retourneert de opgegeven provider een leeg wachtwoord in de verbindingsreeks. |
||
Opslaan van wachtwoord toestaan |
Hiermee mag het wachtwoord worden opgeslagen in de verbindingsreeks. Of het wachtwoord in de verbindingsreeks wordt opgenomen, is afhankelijk van de functionaliteit van de aanroepende toepassing.
|
||
Geef de catalogus op die aanvankelijk moet worden gebruikt |
Typ de catalogus waartoe u toegang wilt zodra de verbinding tot stand is gebracht. |
||
Verbinding testen |
Klik hierop om een verbinding met een opgegeven gegevensbron te testen. Als de verbinding mislukt, controleert u of de instellingen juist zijn. Spelfouten en onjuist hoofdlettergebruik kunnen er bijvoorbeeld toe leiden dat de verbinding mislukt. |
Opmerkingen
Opmerking: |
---|
Zie
|