Voer het volledige pad in van de nieuwe Microsoft Access-database die u wilt maken.
Als u het Microsoft Access-stuurprogramma gebruikt, klikt u op Maken om een nieuwe database te maken.
 Opmerking: |
|---|
|
Databases die op deze manier worden gemaakt, zijn alleen geschikt voor Microsoft Access 7.0 en later.
|
Als u geen database opgeeft tijdens de installatie, wordt u gevraagd een databasebestand te kiezen wanneer u verbinding maakt met de gegevensbron.
Het dialoogvenster Nieuwe database bevat onder meer de volgende besturingselementen:
|
Databasenaam en -locatie |
Hiermee wordt de naam en de locatie van de nieuwe database opgegeven. |
|
Landinstelling |
Hiermee wordt de landinstelling (LCID), of de taal, opgegeven voor de database. |
|
Indeling |
Hiermee wordt de indeling van de Microsoft Jet-database-engine opgegeven. Opties: versie 4.x (meest recent, Unicode-indeling), versie 3.x (ANSI-indeling) of versie 2.x (ANSI-indeling). |
|
Opties |
Als u op Systeemdatabase klikt, wordt een database gemaakt die kan worden gedeeld en wordt de database geregistreerd op het tabblad Systeem-DSN in ODBC-gegevensbronbeheer. Als u op Versleuteling klikt, wordt deze Access-optie ingesteld. Vanaf versie 4.0 van de Microsoft Jet-database-engine is databaseversleuteling toegestaan bij het maken van databases. Zie de Naslag voor programmeurs voor de Jet-database-engine voor aanvullende informatie. De optie Versleuteling is alleen beschikbaar als de versie-indeling 4.x is geselecteerd. |