Een cluster is een reeks onafhankelijke computers die samenwerken om de beschikbaarheid van services en toepassingen te vergroten. De geclusterde servers (knooppunten) zijn met elkaar verbonden via fysieke snoeren en software. Als een van de knooppunten mislukt, wordt de service overgenomen door een ander knooppunt (dit proces wordt 'failover' genoemd).

U kunt de MMC-module (Microsoft® Management Console) Failover Cluster Management gebruiken om failover-clusterconfiguraties te beheren, failover-clusters te maken en beheren, en bepaalde instellingen te migreren naar een cluster met het Windows Server® 2008 R2-besturingssysteem. U kunt ook failover-clusters configureren en beheren met Windows PowerShell. In deze Help-onderwerpen worden methoden beschreven voor het gebruik van Failover Cluster Management. Zie https://go.microsoft.com/fwlink/?LinkId=135119 en https://go.microsoft.com/fwlink/?LinkId=135120 voor meer informatie over het gebruik van Windows PowerShell voor failover-clusters (deze pagina's zijn mogelijk in het Engels).

In Windows Server 2008 en Windows Server 2008 R2 zijn de verbeteringen van failover-clusters ('serverclusters' genaamd in Windows Server 2003) gericht op het vereenvoudigen van clusters, het beter beveiligen van clusters en het verhogen van clusterstabiliteit. Clusterinstallatie en -beheer zijn eenvoudiger. Beveiliging en netwerken in clusters zijn verbeterd, evenals de manier waarop een failover-cluster met opslag communiceert.

Het onderdeel Failover Clustering maakt deel uit van serverproducten, zoals Windows Server 2008 R2 Enterprise en Windows Server 2008 R2 Datacenter. Het onderdeel Failover Clustering is niet beschikbaar in Windows Server 2008 R2 Standard of Windows Web Server 2008 R2.

Aanvullende naslaginformatie


Inhoudsopgave