Op de pagina Configuratieset samenvoegen moet u een AD LDS-exemplaar (Active Directory Lightweight Directory Services) opgeven van waaruit de configuratie- en schemamappartities moeten worden gerepliceerd voor het nieuwe AD LDS-exemplaar dat u installeert. Het AD LDS-exemplaar dat u op deze pagina opgeeft, bepaalt ook met welke AD LDS-configuratieset het nieuwe AD LDS-exemplaar wordt samengevoegd.

Belangrijk

Als u een replica van een AD LDS-exemplaar installeert in een bestaande configuratieset die AD LDS-exemplaren in meerdere forests bevat, moet u de volledige DNS-naam (Domain Name System) gebruiken in plaats van het IP-adres wanneer u het AD LDS-bronexemplaar opgeeft waaruit u wilt repliceren.

Aanvullende naslaginformatie


Inhoudsopgave