Met het hulpprogramma ldifde worden directoryobjecten gemaakt, gewijzigd en verwijderd. U kunt ldifde gebruiken om AD LDS (Active Directory Lightweight Directory Services) te vullen met gegevens uit andere directoryservices. U kunt ldifde ook gebruiken om het schema uit te breiden en gebruikers- en groepsgegevens naar andere toepassingen of services te exporteren. Met ldifde kunt u bijvoorbeeld directoryobjecten uit een andere directoryservice exporteren en deze objecten vervolgens in een AD LDS-exemplaar importeren.

Als u deze procedure wilt uitvoeren, moet u minimaal lid zijn van de groep Administrators van het AD LDS-exemplaar. Standaard wordt de beveiligings-principal die u tijdens de installatie van AD LDS als de AD LDS-administrator opgeeft, een lid van de groep Administrators in de configuratiepartitie. Zie Wat zijn AD LDS-gebruikers en -groepen? voor meer informatie over AD LDS-groepen.

Directoryobjecten importeren of exporteren met ldifde
  1. Open een opdrachtprompt.

  2. Voer een van de volgende handelingen uit:

    • Typ de volgende opdracht achter de opdrachtprompt en druk op ENTER als u directoryobjecten wilt importeren:

      ldifde -i -f bestandsnaam -s servernaam:poort -m -a gebruikersnaam domein wachtwoord

    • Typ de volgende opdracht achter de opdrachtprompt en druk op ENTER als u directoryobjecten wilt exporteren:

      ldifde -e -f bestandsnaam -s servernaam:poort -m -a gebruikersnaam domein wachtwoord

Parameter Beschrijving

-i

Hiermee wordt een importbewerking uitgevoerd.

-e

Hiermee wordt een exportbewerking uitgevoerd.

-f

Hiermee wordt het bestand opgegeven dat moet worden geïmporteerd of geëxporteerd.

filename

De naam van het bestand dat moet worden geïmporteerd of geëxporteerd.

-s

Hiermee worden de hostnaam en poort van het AD LDS-exemplaar of een andere directoryservice opgegeven.

servername

De hostnaam van het AD LDS-exemplaar of een andere directoryservice.

port

De poort voor het AD LDS-exemplaar of een andere directoryservice.

-m

Hiermee worden kenmerken genegeerd (dat wil zeggen, niet geïmporteerd of geëxporteerd) die alleen door AD DS (Active Directory Domain Services) worden gebruikt.

U kunt deze parameter gebruiken wanneer u directoryobjecten vanuit een bestaand AD DS-forest exporteert en deze in AD LDS importeert.

-a

Hiermee worden accountreferenties opgegeven. Als u deze niet opgeeft, gebruikt ldifde de referenties van de gebruiker die momenteel is aangemeld.

username

De gebruikersnaam van het account dat moet worden gebruikt voor binding aan de opgegeven directoryservice.

domain

De domeinnaam van het account dat moet worden gebruikt voor binding aan de opgegeven directoryservice.

password

Het wachtwoord van het account dat moet worden gebruikt voor binding aan de opgegeven directoryservice.

-h

Hiermee wordt aangegeven dat wachtwoorden met SASL-versleuteling (Simple Authentication and Security Layer) mogen worden geïmporteerd.

-c String1 String2

Hiermee vervangt u String1 overal door String2. In AD LDS kunt u bij het vervangen van tekenreeksen in LDF-bestanden de constanten #schemaNamingContext en #configurationNamingContext gebruiken in plaats van de DN-namen van de schema- en configuratiemappartitie.

U kunt de volledige syntaxis van deze opdracht weergeven door bij de opdrachtprompt het volgende te typen en dan op ENTER te drukken:

Ldifde /?

Aanvullende overwegingen

  • Als u een opdrachtprompt wilt openen, klikt u op Start, klikt u met de rechtermuisknop op Opdrachtprompt en klikt u vervolgens op Als administrator uitvoeren.

Aanvullende naslaginformatie


Inhoudsopgave