In een failovercluster dat gebruik maakt van Gedeelde clustervolumes, kunnen meerdere geclusterde virtuele machines die over meerdere clusterknooppunten zijn verdeeld tegelijk toegang krijgen tot hun VHD-bestanden (virtuele harde schijf), zelfs als de VHD-bestanden zich op een enkele schijf (LUN) in de opslag bevinden. Dit betekent dat de geclusterde virtuele machines onafhankelijk van elkaar kunnen werken, zelfs als ze slechts een enkel LUN gebruiken.

In tegenstelling hiermee in is een failovercluster waarop Gedeelde clustervolumes niet is ingeschakeld een enkele schijf (LUN) slechts toegankelijk voor een enkel knooppunt tegelijk. Dit betekent dat geclusterde virtuele machines alleen onafhankelijk kunnen werken als elke virtuele machine een eigen LUN heeft, waardoor het beheer van LUN's en geclusterde virtuele machines moeilijker wordt.

Dit onderwerp bestaat uit de volgende secties:

Voordelen van het gebruik van Gedeelde clustervolumes in een failovercluster

Gedeelde clustervolumes biedt de volgende voordelen in een failovercluster:

  • De configuratie van geclusterde virtuele machines is veel eenvoudiger dan voorheen.

  • U kunt het aantal LUN's (schijven) verkleinen dat voor uw virtuele machines is vereist, zodat u niet per virtuele machine een LUN hoeft te beheren zoals eerder de aanbevolen configuratie was (omdat het LUN de failovereenheid was). Meerdere virtuele machines kunnen een enkel LUN gebruiken en kunnen mislukken zonder dat de andere virtuele machines op hetzelfde LUN ook mislukken.

  • U kunt de schijfruimte beter benutten, omdat u niet elk VHD-bestand op een afzonderlijke schijf hoeft te plaatsen en extra vrije ruimte moet reserveren voor dat VHD-bestand. In plaats daarvan kan de vrije ruimte op een gedeeld clustervolume worden gebruikt door elk VHD-bestand op dat volume.

  • U kunt de paden naar VHD-bestanden en andere bestanden die door virtuele machine worden gebruikt eenvoudiger bijhouden. U kunt de padnamen opgeven in plaats van de schijven aan te duiden met stationsletters (beperkt tot het aantal letters in het alfabet) of met GUID's (die moeilijk te gebruiken en te onthouden zijn). Met Gedeelde clustervolumes wordt het pad weergegeven op het systeemstation van het knooppunt onder de map \ClusterStorage. Dit pad is echter hetzelfde wanneer het wordt bekeken vanaf een ander knooppunt in het cluster.

  • Als u met enkele gedeelde clustervolumes een configuratie maakt waarin meerdere geclusterde virtuele machines worden ondersteund, kunt u sneller valideren dan in een configuratie waarin meerdere LUN's worden gebruikt voor de ondersteuning van meerdere geclusterde virtuele machines. Met minder LUN's wordt de validatie sneller uitgevoerd. (U voert de validatie uit met de wizard Een configuratie valideren in de module voor failoverclusters.)

  • Er zijn geen speciale hardwarevereisten buiten de vereisten voor opslag in een failovercluster (hoewel voor Gedeelde clustervolumes NTFS is vereist).

  • De tolerantie is groter geworden, omdat het cluster zelfs correct kan reageren als de verbinding tussen een knooppunt en het SAN is verbroken of een deel van het netwerk is uitgeschakeld. De communicatie van gedeelde clustervolumes wordt omgeleid via een intact deel van het SAN of het netwerk.

Beperkingen bij het gebruik van Gedeelde clustervolumes in een failovercluster

Bij gebruik van Gedeelde clustervolumes in een failovercluster gelden de volgende beperkingen:

  • De functie Gedeelde clustervolumes wordt alleen ondersteund voor gebruik met Hyper-V (een serverfunctie in Windows Server 2008 R2) en andere technologieën die door Microsoft zijn opgegeven. Zie https://go.microsoft.com/fwlink/?LinkId=137158 (mogelijk in het Engels) voor informatie over de rollen en functies die worden ondersteund voor gedeelde clustervolumes.

  • Een beheerder, gebruiker of toepassing moet geen bestanden op een gedeeld clustervolume maken of daarheen kopiëren, tenzij de bestanden worden gebruikt door de Hyper-V-functie of andere technologieën die door Microsoft zijn opgegeven. Als deze instructie niet wordt opgevolgd, kunnen gegevens op gedeelde volumes beschadigd raken of verloren gaan. Deze instructie geldt ook voor bestanden die in de map \ClusterStorage, of submappen hiervan, op de knooppunten zijn gemaakt of daarheen zijn gekopieerd.

  • Hyper-V functioneert alleen goed als het (%SystemDrive%) voor het besturingssysteem van elke server in uw cluster zodanig is ingesteld dat wordt opgestart vanaf hetzelfde station als alle andere servers in het cluster. Met andere woorden, als een server opstart vanaf station C, moeten alle servers in het cluster opstarten vanaf station C.

  • Het NTFS-bestandssysteem is vereist voor alle volumes die als gedeelde clustervolumes zijn ingeschakeld.


Inhoudsopgave