Met de dialoogvensters Aangepast besturingselement toevoegen en Aangepast besturingselement bewerken kunt u het codevoorvoegsel/de naamruimtetoewijzing opgeven of bewerken voor een aangepast besturingselement dat op meerdere pagina's in een toepassing wordt gebruikt. Met de dialoogvensters Gebruikersbesturingselement toevoegen en Gebruikersbesturingselement bewerken kunt u gebruikersbesturingselementen configureren. Dit zijn containers waarin u opmaak- en webserverbesturingselementen kunt opslaan.
Zie
Lijst met elementen van de gebruikersinterface
Elementnaam | Beschrijving |
---|---|
Codevoorvoegsel | Hiermee stelt u het codevoorvoegsel in dat is toegewezen aan het besturingselement, bijvoorbeeld <aspSample: …> |
Naamruimte | Hier definieert u de naamruimte waartoe het aangepaste besturingselement behoort. Dit is dezelfde naamruimte die werd opgegeven in de toepassingscode. Dit vak is alleen beschikbaar voor aangepaste besturingselementen. |
Assembly | Hier wordt de assemblynaam ingesteld waarin het aangepaste type besturingselement is gedefinieerd. Dit vak is alleen beschikbaar voor aangepaste besturingselementen. |
Codenaam | Dit is de codenaam van het gebruikersbesturingselement. Dit vak is alleen beschikbaar voor gebruikersbesturingselementen. |
Pad naar gebruikersbesturingselement (.ascx) | Dit is het bestandspad naar het gebruikersbesturingselement. Dit vak is alleen beschikbaar voor gebruikersbesturingselementen. |