In het dialoogvenster Aanvraagbeperkingen kunt u optionele beperkingen opgeven, zoals het brontype of de HTTP-term waarvoor een handler aanvragen moet verwerken. Configureer beperkingen alleen als u een specifieke behoefte hebt om de voorwaarden te beperken waaronder een handler aanvragen verwerkt. Als u geen beperkingen configureert, verwerken handlers aanvragen, ongeacht het aangevraagde brontype en de opgegeven HTTP-termen.
Lijst met elementen van de gebruikersinterface
Elementnaam | Beschrijving | ||||
---|---|---|---|---|---|
Toewijzing | Configureer de opties op dit tabblad als u de handlertoewijzing naar aanvragen wilt beperken voor specifieke brontypen, zoals een bestand of map. Als u geen opties configureert op dit tabblad, verwerkt de handler aanvragen ongeacht het brontype dat is opgegeven in de aanvraag. | ||||
Handler alleen starten als aanvraag is toegewezen aan | Schakel dit selectievakje op het tabblad Toewijzing in als u wilt dat de handlertoewijzing alleen geldt voor aanvragen voor een specifiek brontype, zoals een aanvraag voor een bestand of map. Als u dit selectievakje inschakelt, moet u ook het brontype opgeven door een optie onder dit selectievakje in te schakelen. | ||||
Bestand | Schakel deze optie in als u wilt dat de handler aanvragen verwerkt voor een specifieke bestandsnaam of bestandsnaamextensie. Zo verwerkt de handler ASPClassic bijvoorbeeld aanvragen voor aanvragen die zijn gedaan voor ASP-bestanden. U kunt deze optie alleen selecteren als u het selectievakje Handler alleen starten als aanvraag is toegewezen aan hebt ingeschakeld. | ||||
Map | Schakel deze optie in als u wilt dat de handler aanvragen verwerkt voor een map. U kunt deze beperking kiezen als u een map hebt met inhoud die u wilt laten verwerken door een specifieke handler. U kunt deze optie alleen selecteren als u het selectievakje Handler alleen starten als aanvraag is toegewezen aan hebt ingeschakeld. | ||||
Bestand of map | Schakel deze optie in als u wilt dat de handler aanvragen verwerkt voor bestanden en mappen. U kunt deze optie alleen selecteren als u het selectievakje Handler alleen starten als aanvraag is toegewezen aan hebt ingeschakeld. | ||||
Termen | Configureer de opties op dit tabblad als u een handlertoewijzing wilt beperken tot specifieke HTTP-termen die clients in HTTP-kopteksten leveren wanneer zij aanvragen doen. | ||||
Alle termen | Selecteer deze optie als u wilt dat de handler aanvragen verwerkt ongeacht de termen die de client opgeeft. Deze optie is standaard ingeschakeld. | ||||
Een van de volgende termen | Schakel deze optie in als u wilt dat de handler alleen aanvragen verwerkt wanneer een client een of meer specifieke HTTP-termen levert in een aanvraag. Typ in het bijbehorende tekstvak de HTTP-term(en) waarop u de handlertoewijzing van toepassing wilt laten zijn. Typ bijvoorbeeld GET wanneer u wilt dat de handler aanvragen verwerkt wanneer een client de term GET gebruikt. | ||||
Toegang | Selecteer een van de opties op dit tabblad om de toegang te configureren die voor deze handler is vereist voor uitvoering in een virtuele map. Deze instelling (samen met het toegangsbeleid dat is ingesteld in het dialoogvenster Functiemachtigingen bewerken) bepaalt of een handler kan worden uitgevoerd.
Selecteer een van de volgende opties:
|