Op de functiepagina Registratie kunt u configureren hoe aanvragen voor de webserver door IIS worden vastgelegd en wanneer er nieuwe logboekbestanden worden gemaakt.

Lijst met elementen van de gebruikersinterface

In de volgende tabellen worden de elementen van de gebruikersinterface beschreven die beschikbaar zijn op de functiepagina en in het deelvenster Acties.

Elementen op de functiepagina

ElementnaamBeschrijving

Eén logboekbestand per

Hier kunt u aangeven of de webserver één logboekbestand onderhoudt voor de hele server of één logboekbestand voor elke site op de server.

Als u Site selecteert, zijn de instellingen die u op de pagina Registratie op serverniveau opgeeft standaardwaarden voor alle sites op uw server. U kunt de pagina Registratie vervolgens openen op siteniveau om specifieke instellingen voor een site te configureren.

Indeling

Hier kunt u de indeling aangeven voor het logboekbestand dat wordt gemaakt wanneer een aanvraag wordt vastgelegd.

Als u de webserver configureert voor één logboekbestand, kunt u een van de volgende indelingen voor logboekbestanden selecteren:

WaardeBeschrijving

Binair

Hiermee wordt IIS geconfigureerd voor het gebruik van de binaire centrale logboekindeling. Als deze indeling wordt gebruikt, maakt IIS één logboekbestand voor alle sites op de webserver. De informatie over het aantal aanvragen wordt door elke site als binaire, onbewerkte gegevens naar dit logboekbestand geschreven. Omdat voor deze registratie weinig geheugen en CPU-bronnen nodig zijn, wordt dit type aangeraden in een ISP-omgeving, waar webservers als host kunnen fungeren voor vele sites, of in situaties met veel gegevensverkeer.

Opmerking

Als u gegevens uit deze logboekindeling wilt extraheren, moet u een hulpprogramma gebruiken, zoals LogParser 2.2.

W3C

Hiermee wordt IIS geconfigureerd voor het gebruik van de centrale W3C-logboekindeling voor het vastleggen van informatie over alle sites op de server. Deze indeling wordt verwerkt door HTTP.sys en is een aanpasbare indeling op basis van ASCII-tekst, wat betekent dat u kunt bepalen welke velden worden vastgelegd. Gebruik het dialoogvenster W3C-registratievelden om de velden voor logboekregistratie op te geven. Klik hiervoor op Velden selecteren op de pagina Registratie. De velden worden gescheiden door spaties en de tijd wordt vastgelegd in UTC (Coordinated Universal Time).

Als u de webserver configureert voor één logboekbestand per site, kunt u een van de volgende bestandsindelingen selecteren:

WaardeBeschrijving

IIS

Hiermee wordt IIS geconfigureerd voor het gebruik van de Microsoft IIS-logboekindeling voor het vastleggen van informatie over een site. Deze indeling wordt verwerkt door HTTP.sys en is een vaste indeling op basis van ASCII-tekst, wat betekent dat u niet zelf kunt bepalen welke velden worden vastgelegd. De velden worden gescheiden door komma's en de tijd wordt vastgelegd als lokale tijd.

De onderstaande lijst bevat de velden die worden vastgelegd wanneer u de IIS-logboekindeling gebruikt:

  • Client IP address

  • User name

  • Date

  • Time

  • Service and instance

  • Server name

  • Server IP address

  • Time taken

  • Client bytes sent

  • Server bytes sent

  • Service status code (De waarde 200 geeft aan dat de aanvraag is voltooid.)

  • Windows status code (De waarde 0 geeft aan dat de aanvraag is voltooid.)

  • Request type

  • Target of operation

  • Parameters (De parameters die worden doorgegeven aan een script.)

Niet alle velden zullen gegevens bevatten. Als een veld geen gegevens bevat, ziet u een streepje (-) als tijdelijke plaatsaanduiding. Als een veld een niet-afdrukbaar teken bevat, wordt het door HTTP.sys vervangen door een plusteken (+) om de logboekindeling te behouden.

NCSA

Hiermee wordt IIS geconfigureerd voor het gebruik van de algemene NCSA-logboekindeling (National Center for Supercomputing Applications) voor het vastleggen van informatie over een site. Deze indeling wordt verwerkt door HTTP.sys en is een vaste indeling op basis van ASCII-tekst, wat betekent dat u niet zelf kunt bepalen welke velden worden vastgelegd. De velden worden gescheiden door spaties en de tijd wordt vastgelegd als lokale tijd met de afwijking UTC (Coordinated Universal Time).

De onderstaande lijst bevat de velden die worden vastgelegd wanneer u de algemene NCSA-logboekindeling gebruikt:

  • Remote host address

  • Remote log name (Deze waarde is altijd een streepje.)

  • User name

  • Date, time, and UTC offset

  • Request and protocol version

  • Service status code (De waarde 200 geeft aan dat de aanvraag is voltooid.)

  • Bytes sent

Niet alle velden zullen gegevens bevatten. Als een veld geen gegevens bevat, ziet u een streepje (-) als tijdelijke plaatsaanduiding. Als een veld een niet-afdrukbaar teken bevat, wordt het door HTTP.sys vervangen door een plusteken (+) om de logboekindeling te behouden.

W3C

Gebruik de uitgebreide W3C-logboekindeling om informatie over een site vast te leggen. Deze indeling wordt verwerkt door HTTP.sys en is een aanpasbare indeling op basis van ASCII-tekst, wat betekent dat u kunt bepalen welke velden worden vastgelegd. Gebruik het dialoogvenster W3C-registratievelden om de velden voor logboekregistratie op te geven. Klik hiervoor op Velden selecteren op de pagina Registratie. De velden worden gescheiden door spaties en de tijd wordt vastgelegd in UTC (Coordinated Universal Time).

Aangepast

Hiermee wordt IIS geconfigureerd voor het gebruik van een aangepaste indeling voor een aangepaste registratiemodule. Als u deze optie selecteert, wordt de pagina Registratie uitgeschakeld omdat aangepaste logboekregistratie niet kan worden geconfigureerd in IIS-beheer.

Velden selecteren

Hiermee opent u het dialoogvenster W3C-registratievelden waarin u kunt aangeven welke velden moeten worden vastgelegd. Deze knop is alleen beschikbaar als de logboekindeling W3C is geselecteerd.

Map

Dit is het fysieke pad waar het logboekbestand of de logboekbestanden worden opgeslagen. De standaardwaarde is %SystemDrive%\inetpub\logs\LogFiles.

Versleuteling

Hier kunt u aangeven hoe het logboekbestand of de logboekbestanden worden gecodeerd: met UTF-8 of ANSI.

Selecteer UTF-8 als u zowel enkel-byte- als multibyte-tekens wilt inschakelen in één tekenreeks. Met deze codering kunt u logboekbestanden op tekstbasis, met bijvoorbeeld de uitgebreide W3C-indeling, de IIS-indeling of de algemene NCSA-indeling (National Center for Supercomputing Applications), in een andere taal dan Engels lezen. Ook als uw webserver URL's uitvoert in een andere taal dan wordt ondersteund door de standaardcodetabel van de server, moet u UTF-8-versleuteling inschakelen voor logboekinhoud.

URL's worden door IIS standaard in een andere codetabel uitgevoerd dan de standaardcodetabel van de server. Om veiligheidsredenen kunt u de UTF-8-indeling inschakelen om de gevolgen te verminderen van een aanval waardoor UTF-8 URL's niet juist worden omgezet naar de standaardcodetabel.

Schema

Hiermee wordt IIS geconfigureerd voor het maken van nieuwe logboekbestanden op basis van een van de volgende waarden:

  • Elk uur: er wordt elk uur een nieuw logboekbestand gemaakt.

  • Dagelijks: er wordt elke dag een nieuw logboekbestand gemaakt.

  • Wekelijks: er wordt elke week een nieuw logboekbestand gemaakt.

  • Maandelijks: er wordt elke maand een nieuw logboekbestand gemaakt.

Maximumbestandsgrootte (in bytes)

Hiermee wordt IIS geconfigureerd voor het maken van een nieuw logboekbestand wanneer het bestand een bepaalde grootte (in bytes) heeft bereikt.

De minimale bestandsgrootte is 1.048.576 bytes. Als dit kenmerk wordt ingesteld op een waarde kleiner dan 1.048.576 bytes, wordt impliciet aangenomen dat de standaardwaarde 1.048.576 bytes is.

Geen nieuwe logboekbestanden maken

Hiermee wordt IIS geconfigureerd om geen nieuwe logboekbestanden te maken. Dit betekent dat alle informatie wordt vastgelegd in het bestaande logboekbestand.

Lokale tijd gebruiken voor benoemen van bestanden en rollover

Hiermee kunt u aangeven dat de lokale tijd wordt gebruikt voor het benoemen van logboekbestanden en rollover. Als dit selectievakje is uitgeschakeld, wordt UTC (Coordinated Universal Time) gebruikt.

Opmerking

Ongeacht deze instelling wordt voor tijdstempels in het logboekbestand de tijdsnotatie gebruikt voor de logboekindeling die u in de lijst Indeling hebt geselecteerd. Voor tijdstempels in de logboekindelingen NCSA en W3C wordt bijvoorbeeld de UTC-tijdsnotatie gebruikt.

Elementen in het deelvenster Acties

ElementnaamBeschrijving

Toepassen

Hiermee worden de wijzigingen opgeslagen die u hebt aangebracht op de functiepagina.

Annuleren

Hiermee worden de wijzigingen geannuleerd die u hebt aangebracht op de functiepagina.

Uitschakelen

Hiermee wordt de functie uitgeschakeld.

Logboekbestanden weergave

Hiermee opent u de map met logboekbestanden.

Zie ook


Inhoudsopgave